woensdag 24 februari 2016

Ongedoopten: Divina Commedia: Hel: Canto 4

image

In de vierde Canto is Dante door een diepe slaap bevangen en wordt wakker in de eerste kring van de hel. Hier verblijven de ongedoopten. Omdat ze God niet kenden, zitten ze in dit gedeelte van de hel. Hier raakt Dante een gevoelige snaar van de uitverkiezingsleer. Hij worstelt zichtbaar met dit onderwerp.

Zijn begeleider Vergilius behoort eveneens tot de soort zielen die God niet hebben aanbeden zoals het moet. In die onwetendheid hebben ze niet gezondigd, want kun je zondigen als je het niet weet> In al hun onwetendheid verblijven ze nu hier. Het laat Dante niet onberoerd:

Groote droefheid greep mij ’t hart, toen ik dit hoorde,
Omdat ik menschen wist van groote waarde,
Die in dezen Limbo zwevende waren. (Canto IV, vs 43-45, Bremer)

De uitverkiezing komt vaker terug in Dantes meesterwerk. Het opvoeren van alle ongelovige klassieke en mystieke personages maakt dat hij het onderwerp ook niet kan ontlopen. Het lijkt of hij het niet eens is met deze extreme leer. De leer die kerkvader Augustinus op basis van de zondigheid van de mens stelde.

Op basis van iemand zijn zonde komt hij in de hel. De genade van Jezus kan hem hieruit redden. De mensen die Jezus niet gekend hebben, komen zo per definitie in de hel terecht. Zodoende komen Dante en Vergilius deze zielen in de eerste kring van de hel terecht. De zielen die hier verblijven hebben Jezus nooit gekend en kunnen op basis daarvan nooit in de hemel komen.

Het grote contrast met deze opvatting is Ripheus die in Canto 20 van het Paradijs voorkomt. Ripheus heeft Jezus nooit gekend, maar zou volgens de Aenues van Vergilius tot de zeer rechtvaardigen behoren. Het verbaast Dante wel als hij hem in de hemel tegenkomt.

Daarmee laat Dante in zijn meesterwerk zien dat de uitverkiezingsleer niet zo zwart-wit te trekken is. Of zoals Ripheus zegt in Canto 20 van het Paradijs:

En gij stervelingen, wees voorzichtig in uw oordeel! Want wij hier, die God zien, wij kennen niet eens al zijn uitverkorenen. (Paradijs, Canto 20, vs 133-135, Van Dooren)

Ripheus vindt de beperking van kennis aangenaam. De mens wil graag aansluiten bij Gods wil. Volgens de Trojaan Ripheus is er geen groter geluk voor de mens en daarom laat hij zich graag verrassen.

Hier in de hel maakt Dante van het dichte woud met zielen, een kleine vergadering van alle grote klassieke schrijvers. Ze zijn er allemaal: Homerus, Horatius, Ovidius en Lucanus. Ze lopen een eindje mee en zo praten ze met z’n zessen tot in de ochtend.

Lees de andere bijdragen van het Dante project

Gedichten rond Canto 4

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertalingen zijn van F. van Dooren (Amsterdam, 1987) en Bremer (Haarlem, 1940).
Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

woensdag 17 februari 2016

Dante, de Arabier

image

Dantes indeling van het hiernamaals

De Goddelijke komedie kenmerkt zich door een uitermate sterke mathematische indeling. In zijn inleiding bij de vertaling van Dantes Divina Commedia schrijft Frans van Dooren over deze uiterst ver doorgevoerde structuur:

[E]en structuur zo evident en doelbewust aangebracht (geprogrammeerd zou men kunnen zeggen) dat het woord architectuur er beter voor op zijn plaats is. (23)

Het boek is een spel tussen de getalsreeksen 3 en 10. Het boek is tot in alle details zo geconstrueerd. Zo is het in 3-en gedeeld (hel, louteringsberg, paradijs). Daarnaast telt elk deel 33 canti. Met de inleiding erbij telt het hele boek 100 canti. Daarbij bestaat elk deel uit 33.000 woorden en komt het totaal – het lijkt bijna toeval – op 100.066 woorden.

Elke strofe is 3-delig en ook inhoudelijk speelt Dante met deze getalsreeksen. Zo verschijnt Beatrice in canto 64 (na 63 canti), waarna nog 36 canti volgen. Het is een spel met het getal 3 waar bijna geen toeval in kan zitten.

Hiernamaals in ringen en lagen

Dante deelt het hiernamaals zelf in de Goddelijke komedie even zorgvuldig in verschillende ringen en lagen aan. Het is gedeeltelijk gebasseerd op een nieuwe denkwijze en gedeeltelijk een oude. Vooral de indeling van de hel in ringen is een fraai staaltje van Middeleeuwse verbeelding.

In zijn boek Waarom de hel naar zwavel stinkt bespreekt de geoloog Salomon Kroonenberg de geologische waarheden in de mythologie. Hij heeft veel aandacht voor de mythische verbeelding van de hel zoals Dante deze beschrijft in zijn Goddelijke komedie. De Utrechtse hoogleraar geologie doet een interessante uitspraakt.

Invloed van de Arabieren

Volgens Salomon Kroonenberg is het beeld van de hel zoals Dante deze schets in zijn meesterwerk, afgeleid van de Arabieren. Lang is gedacht dat het beeld van de hel als trechter uit het brein van Dante is ontsproten. Zelfs veel hedendaagse commentaren lijken dit beeld te willen bevestigen.

Salomon Kroonenberg laat zien dat Dante zijn denkbeeld van de hel in ringen, als een trechter naar beneden, heeft ontleend aan Arabische legenden uit de 9e eeuw. In de Isra reist de profeet Mohammed in 1 nacht naar Jeruzalem. De Mi’raj is de hemelbestijging van de profeet, waarbij de engel Gabriël hem begeleidt.

Hel van cirkelvormige trappen

Ook in deze bronnen bestaat de hel uit cirkelvormige trappen. De diepte van de hel neemt toe met de ernst van de begane zonden. De vondst dat Dante zijn idee ontleend heeft aan de Islam, is niet erg gewaardeerd. Het ongeloof zorgt ervoor dat veel verklaringen nog hierover zwijgen.

In mijn ogen bewijst het dat Dante goed op de hoogte was van verschillende Oosterse denkbeelden. Daarmee wint het boek juist aan kracht. De verbinding van deze wetenschap met de wetenschap van de Grieken en Romeinen versterkt de universaliteit van zijn boek.

Literatuur
De hier gebruikte inleiding is van F. van Dooren bij zijn vertaling van de Goddelijke komedie (Amsterdam, 1987).
Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

Salomon Kroonenberg: Waarom de hel naar zwavel stinkt, Mythologie en geologie van de onderwereld. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas, 2011. ISBN: 978 90 450 1876 8. 400 pagina’s. Bestel

woensdag 10 februari 2016

De ringen van de hel

image

Dantes hel is opgedeeld in ringen. In het voorportaal zitten de onverschilligen of slappelingen, daarna volgt de dodenrivier de Acharon. Hier voert de klassieke veerman Charon de doden naar het hiernamaals. Bij Dante is het een dringen van mensen om aan boord te kunnen.

Na het voorportaal komen de ringen. De hel is opgedeeld in 9 cirkels die op hun beurt weer zijn opgedeeld in kringen. Overigens gebeurt dit aanvankelijk niet. In de bovenste cirkels zijn veel zondaars gestopt, zoals de onwetenden in de eerste cirkel.

Cirkel van de onwetenden

Deze cirkel van de onwetenden is veruit het grootste en lijkt de meeste zielen te bevatten. Hier komt Dante veel bekenden tegen, zoals de klassieke auteurs als Homerus en de filosofen Socrates en Plato.

Meer de diepte in, worden de zonden ook heftiger. Ook hier speelt Dante een uiterst fijnzinnig spel met de structuur. Zelfs als het gaat om zonden, deelt hij ze fijner en grover in. Zo spelen van de 2e tot en met de 7e cirkel de onmatigen en geweldadigen een rol.

De 8e cirkel

Dan komen Vergilius en Dante dieper in de 8e cirkel die op zijn beurt is opgedeeld in 10 grachten. Hier zitten de bedriegers. Net als in de 9e cirkel. In deze cirkel, vlakbij Lucifer, zitten de verraders, waaronder Judas die Jezus verraden heeft.

Deze uiterst gedetailleerde indeling heeft Dante ontleent uit een aantal legendes rond de profeet Mohammed. De geoloog Salomon Kroonenberg schrijft dit in zijn boek over de mythologie en geologie van de onderwereld: Waarom de hel naar zwavel stinkt.

Lees volgende week het verhaal van Dante de Arabier.

Meer over het Dante-project

woensdag 3 februari 2016

Hellepoort: Divina Commedia: Hel: Canto 3

image

Het derde Canto van Dantes Divinia Commedia opent met het opschrift dat boven de poort staat die het lyrisch ik en de dichter Vergilius ingaan. Het Italiaans weet het indringend te verwoorden:

Per me si va nella città dolente;
Per me si va nell’ eterno dolore;
Per me si va tra la perduta gente. (Canto III, vs 1-3)

Ze stappen in de hel, met een verschrikkelijk bovenschrift. Je hoeft geen Italiaans te kennen om hier de poëtische kracht te lezen. De kracht van de herhaling, maar ook het spel met de taal:

Door mij gaat ge in de droeve stad der smarten.
Door mij gaat ge in het lijden zonder einde.
Door mij gaat ge in de wereld der verdoemden. (Canto III, vs 1-3, Kops)

Dat het er verschrikkelijk moet zijn, is Dante zich heel goed bewust. Zijn begeleider adviseert hem om dat gevoel naast zich neer te leggen. Of zoals Vergilius het zegt:

‘Hier moet men elke angst van zich afzetten, en elke lafheid dient hier dood te zijn.’ (Canto 3, 14/15, Van Dooren)

Ze zijn aangekomen in de voorhel, de plek waar de slappelingen zich bevinden. De slappelingen die zelfs te slap zijn om een plek in de ‘echte’ hel te verdienen. Daarom mogen ze hier hun straf uitzingen. Ze moeten achter een anoniem vaandel aanlopen. Het is een straf die ze daarmee nog slapper maakt dan ze al zijn.

Ze lopen verder naar de doodsrivier Acheron. Hier steekt het mythische figuur Charon de zielen over naar het dodenrijk. Als Charon de enige levende ziel Dante ziet staan, stuurt hij hem weg.

Gelukkig steekt Vergilius daar een stokje voor en haalt de veerman van de dood over om hen allebei mee te nemen. Charon gaat overstag. De doden komen in beweging met Dante en Vergilius:

Gelijk, als ’t najaar door de takken vaart,
Vast één voor één de dorre blâren vallen,
Tot heel hun dos te hoop ligt tegen de aard’:

Zóó Adams schuldig kroost. Zij springen allen
en één voor één, in ’t wachtend vaartuig neer,
Als vooglen waar zij ’t fluitje hooren schallen.
(Canto 3, vs. 112-117, Ten Kate)

Ze varen over het schimmenmeer naar de andere werkelijkheid, de eerste kring van de hel.

Gedichten rond Canto 3

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertalingen zijn van F. van Dooren (Amsterdam, 1987), Kops (3 delen, Utrecht 1929-1930) en van Ten Kate. Ten Kate vertaalde alleen het eerste deel van de Goddelijke komedie in 1876, uitgegeven in Leiden.
Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

Terugblik: Paradijs: Canto 22

Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. En loof ik ...