dinsdag 27 december 2022

Rachab: Paradijs: Canto 9


Maar, opdat gij al de wensen die bij deze
kring ontstaan zijn in uw geest, geheel voldaan
zoudt mededragen, moet ik u toch iets zeggen.
Gij begeert te weten wie er in dit licht is,
dat hier nevens mij zo glanzend vonkelt
als een zonnestraal in zuiver water.
Weet dus dat daar binnen Rahab rust,
die, hier met ons verenigd, in de hoogste
graad bestempeld werd door deze hemel
— Waar de schaduw eindigt van uw
ondermaanse wereld —, eer nog enige andere ziel
werd meegenomen in de zegetocht van Christus.
Het betaamde toch haar in een hemel te verheffen,
als een palmtak van de grote zegepraal die Hij
met bei zijn palmen had gewonnen,
Aangezien zij de eerste zegepraal bevorderd
had van Josua in het Heilig Land,
waaraan de paus nog weinig denkt. (Haghebaert, Canto 9, vs. 109-126)

Na de Hongaarse vorst Karel Martel en zijn vrouw, raakt Dante in gesprek met 2 Italianen, de vrouw Cunizza en daarna Folco van Marseille. Hier gaat het flink tekeer over de toestand in Italië en nog wat meer in Florence. 

De verbanning uit Florence en de politieke situatie in het Noorden van Italië zijn terugkerende thema's in de Goddelijke komedie. Dante verlangt grenzeloos om weer naar zijn geboortestad terug te mogen. Er spreekt een eindeloze liefde voor deze stad en de inwoners uit deze stad. En de frustratie en het verdriet om de verbanning komen ook hier in de hemel terug.

Bijzonder lichtje

Folco vertelt zijn verhaal als Dantes oog op een bijzonder lichtje valt. Het is Rachab, vertelt Folco aan hem. Op hun verkenningstocht door het beloofde land, komen de 2 verkenners in Jericho. Ze worden gastvrij onthaalt door Rachab, een vrouw van lichte zeden. Ze woont in een huis dat op de stadsmuur is gebouwd. 

Bij de inname van de stad, hangt een rood lint uit haar raam. Het is het teken dat haar huis gespaard moet blijven. Het blijft als enige staan. Rachab is een held in de bijbel en ook bij Dante. Haar licht fonkelt als een zonnestraal in helder water, schrijft de verteller. Rachab heeft uiteindelijk een belangrijke plek in de stamboom van het Joodse volk en wordt opgesomd in de lange lijst van Jezus.

Bijzondere rol

In de Goddelijke komedie komt ze niet aan het woord. Vrouwen vervullen een bijzondere rol in het hiernamaals van Dante. Je merkt het al op het moment dat Beatrice haar intrede doet in het verhaal als begeleider. De aanbiddelijke houding van Dante naar haar toe, zorgt voor een afstand die er bij Vergilius helemaal niet is. Daar lopen 2 mannen al filosoferend en pratend rond. 

Het gebeurt ook hier, waarbij de vrouw Cunizza weldegelijk haar verhaal doet, maar Rachab als een lichtje voorbij komt. Een begroeting of gesprek blijven achterwege. Folco praat zeer lovend over haar. Het had een mooie ontmoeting kunnen opleveren, die de lezer bespaart blijft.

Liefde heerst

Het brengt Dante weer terug naar de boosheid over zijn geboortestad, de mensen die hem hebben laten vallen en voorgoed uit de stad hebben verbannen. Het is een verdriet die hier in dit deel van de hemel waar de liefde heerst, zo pijnlijk aan het licht komt.

een rood touw hangt uit
de stadsmuur van Jericho
liefde overwint

Literatuur

De hier gebruikte vertaling is van Haghebaert, herzien en ingeleid door Rob Antonissen in 1947. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Ik wissel de citaten af uit deze vertalingen.

dinsdag 20 december 2022

Venus: Paradijs: Canto 8

 


Van haar, aan wie ik d'aanvang kon ontleenen,
Kon men den naam aanwenden voor de sterre,
Wier achterhoofd of brauw de Zon beschenen.

Dat 'k in haar steeg, bleef van mijn aandacht verre,
't Geloof er in te zijn, heeft mij geschonken
Mijn Donna, naar wie — schooner — d'ooge' opsperren.

En naar men boven vlam ontwaart de vonken,
Een stem uit koor ons méér zijn klank doet blijken,
Als één rekte' en van d' and're trillers klonken,

Zag in dit licht ik andr'e lichtjes strijken,
Die sneller, trager gaand' in kring ons pralen,
Al naar hun blikken -meen 'k - in 't Eeuw'ge reiken. (Rensburg, Canto 8, vs 10-21)
Haast ongemerkt arriveert Dante in de 3e hemelsfeer: Venus heerst hier. Hij merkt het meteen aan Beatrice die aan schoonheid wint. Dat komt natuurlijk door de sfeer die hier is. Dat is er eentje van liefde en warmte. De gestorvenen hier, zijn allemaal het toonbeeld van liefde. Hun hele leven heeft ervoor gediend.

Liefdespijlen

De verwijzingen die Dante maakt naar de godin van de liefde, zijn prachtig. Hij heeft het over de engelachtige figuur Cupido. De eerste is nog altijd bekend om de liefde. Hij schiet met zijn liefdespijlen rond en vervult je met liefde. Dat is wat hier ook gebeurt.

Maar het is hier wel de hemel. De lustwekkende, zinnelijke liefde die Venus ook zo kenmerkt, vind je hier niet. De schoonheid is wel overal te vinden in dit deel van de hemel. De engelen en serafijnen laten zich in goddelijke flitsen zien. 

Ongekende schoonheid

Het schittert en flitst overal om Dante heen. De engelen zingen hosanna en andere mooie liederen. De muziek is van een ongekende schoonheid, schrijft de verteller.

In dit deel van de hemel spreekt Dante met Karel Martel, de koning van Hongarije die hij wel kent. Hier krijgt hij uitleg over de beweging van de hemellichamen en hoe de liefdespijlen alles in beweging brengen en houden.

Iedereen anders

De geordende samenleving is nodig, stellen Dante en Martel. Wel moet iedereen anders zijn. De kracht van de samenleving zit in hoe mensen van elkaar verschillen. Ieder geeft daarmee zijn eigen waarde aan de maatschappij. Een inclusieve samenleving. Iedereen telt. Ongeacht wie hij, zij of hen ook is.

De woorden van de Hongaarse vorst vervullen Dante met grote blijdschap. Ook zoiets hier in de hemel. Je wordt helemaal blij en enthousiast. Geen enkel ding valt hier uit de toon.

Venus rondingen
schitteren in de ruimte
tinten vol schoonheid

Literatuur

De gebruikte vertaling is van Rensburg uit 1908. Er zijn een heleboel vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Ik varieer de citaten uit deze verschillende vertalingen.

dinsdag 13 december 2022

De 4 elementen: Paradijs: Canto 7

 


Gij zegt: ik zie al de elementen aan
Verderf ten prooi, het vuur, de lucht, het water 
En de aarde; en allen duren slechts een tijd;
En allen zijn toch scheps'len, en zij moesten
Dus vrij zijn van verderf. 't Land, waar gij zijt,
Zoo rein, en de Eng'len, broeder! zij slechts kunnen
Geschapen heeten in volmaakt bestaan;
Maar de elementen die gij noemt en wat er
Al meer uit voortspruit, vorm ontleenen ze aan
Geschapen kracht, geschapen is hun stof, ook
De kracht, die vorming aan de sterren geeft.
De ziel van dier en plant trekt uit verbindt'nis,
Waarin zij met de heil'ge lichten leeft,
Straal en beweging. Maar de hoogste Goedheid
Stort zonder middel u uw leven in, 
En hare liefde mee , zoodat gij steeds verlangen
Naar haar gevoelt. (Thoden Van Velzen, Canto 7, vs 104-120)
Keizer Justianus vliegt zingend weg met een dubbele lichtkrans om hem heen. Dante blijft met Beatrice achter. Er kleeft een grote vraag aan hem, waar hij niet uit komt. Het probleem van de erfzonde en verlossing. 

Eeuwen afgetobd

Een probleem waar eeuwen over afgetobd is. In de Middeleeuwen draait het om dit vraagstuk en in de latere eeuwen ook. Het levert veel kerkscheuringen op, waaronder de keuze van Luther om zich af te scheiden. Maar ook binnen de protestanten heerst dit probleem.

Heeft Beatrice nu het antwoord. Ze doet een poging ertoe. Het leidt tot een diepzinnig theologische exposé. Ik raak ergens verward in het draadwerk dat Beatrice in haar retoriek bouwt. Je merkt wel dat Dante goed in de klassieken zit. 

De gedachte dat dit alleen voorbehouden is aan mensen van de Renaissance, is echt een misvatting. Net als dat je Dante niet tot deze stroming kunt rekenen, daarvoor leeft hij gewoon te vroeg.

Tijdelijk en eeuwig

Dan doemt er tegen het einde opeens een stuk op, dat best wel de moeite waard is. De tijdelijkheid en de eeuwigheid. Het oprichten van tijdelijke bouwsels vind ik persoonlijk altijd heel lastig. Je moet toch als je iets bouwt aan de langere termijn denken. 

Een hele wereldtuinbouwtentoonstelling oprichten en een halfjaar alles wat er staat weer afbreken, past niet in mijn idee hoe je de wereld mooier kunt maken. Dan maak je de wereld mooier en breek je het bijna meteen weer helemaal af. Ik snap dat niet.

4 elementen

Dante spreekt over de tijdigheid van de aarde. De 4 elementen, vuur, water, lucht en aarde, haalt hij aan. Het is er allemaal tijdelijk, tot God weer terugkomt. Alles behoort tot de schepping, stelt Beatrice. Wat je ziet op de aarde, maar ook wat je hier ziet in de hemelen. Het is allemaal geschapen voor om hem te eren. 

Hier geeft Beatrice de planten en dieren iets mee van de levenskracht om hen heen. De mens wordt rechtstreeks gevoed door God. In de mens schuilt het voortdurende verlangen naar hem. Dat verklaart ook de opstanding. Alles verwijst naar onze voorouders Adam en Eva.

de elementen
aarde, water, vuur en lucht
vieren de schepping

Literatuur

De gebruikte vertaling is van Thoden van Velzen uit 1874. Er zijn een heleboel vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Ik wissel de citaten af uit deze enorme hoeveelheid vertalingen.

dinsdag 6 december 2022

Harmonie: Paradijs: Canto 6

 


Meermalen hebben kindren moeten rouwen
Om 't kwaad van vaders, en hij moet niet meenen
Dat om zijn lelies God terug zal schouwen. 

Op deze kleine ster wonen degenen
Die door hun daden trachtten te verkrijgen
Een eer die met de faam zich zou vereenen. 

Maar als op aard begeerten zijwaarts neigen
Van 't rechte pad, dan voegt het dat de stralen
Van ware liefde minder krachtig stijgen. 

Doch als zich elks belooning zal bepalen
Naar zijn verdiensten, moet het ons verheugen
Waar tusschen bei gelijkheid niet zal falen. 

Gerechtigheid stort dan in ons de teugen
Van haar zoet leven, zoodat nooit kan wonen
In ons de dorst naar dingen die niet deugen. 

Verscheiden stem maakt ginder zoete tonen;
Zoo vormen zoete harmonie van rangen
Tusschen de sterren de verscheiden tronen. 

Binnen de parel die ons houdt omvangen
Licht ook het licht van Romeo, wie zijn daden,
Zoo groot en schoon, slecht loon deden erlangen. (Verweij, Canto 6, vs 109-129)

De Romeinse keizer Justianus is uitvoerig aan het woord in deze canto. Het is eigenlijk een monoloog van hem. Dante heeft in eerste instantie nog niet in de gaten wie er tegenover hem staat, maar het gaat om een christelijke keizer. 

Inlaten

In het betoog komt ook een waarschuwing naar voren; de welven in Florence moeten zich niet teveel inlaten met de Fransen. Daar komt narigheid van. Justianus vergelijkt alle toestanden in zijn tijd met wat er nu speelt. Een geschiedenis van heersers die zich er niet voor schamen om mensen uit de weg te ruimen.

Vervolgens introduceert Justianus de volgende spreker, Romieu de Villeneuve. Deze hoveling heeft een zwervend en bedelend bestaan geleid. Een overeenkomst met Dante die vanwege zijn kritische houding ook voor altijd uit zijn geliefde Florence is verbannen.

Kleine sterren

In de introductie die Justianus over deze man geeft, treft de vergaande vergelijking met een ster. Het zijn de kleine sterren, nauwelijks zichtbaar en ook snel verdreven, die de fouten van vader en zonen proberen goed te maken. De stralen van ware liefde dringen minder snel tot in de hoger hemelen.

Ook vergelijkt de spreker de verscheidenheid aan geesten tot een veelkleurige harmonie van het hemelse lied dat hier wordt gezongen. Hier vermengen licht en geluid zich. Natuurlijk wel binnen alle schoonheid en harmonie die in de hemel heersen. 

Dante mag het weten ook: hij bevindt zich in hogere sferen, boordevol zoete harmonie en stralende sterren.

de stemmen lichten
melodie in harmonie
schijnen de sterren

Literatuur

De hier gebruikte vertaling is van Albert Verweij uit 1923. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Naar believen wissel ik de citaten af uit deze enorme hoeveelheid vertalingen.

dinsdag 29 november 2022

Mercurius: Paradijs: Canto 5

 


Maar als een pijl die in de roos reeds doel treft
voordat tot rust gekomen is de pees,
zo snelden zij en ik op 't tweede rijk af.

Mijn Vrouwe straalde hier zo'n blijdschap uit
toen ze in het licht van deze hemel opging
dat meer nog op ging lichten de planeet

En als die ster verschoot, als díe al lachte,
hoe ík dan, wie 't verschieten toch als mens
van onbestendige aard, is aangeboren..!

Net zo als in een vijver, kalm en klaar,
elk ding van buiten vissen toe doet schieten,
wanneer zo'n vis maar denk dat 't voedsel is,

zo zag ik hoe wel meer dan duizend lichten
op ons af schoten, en eenstemmig klonk:
'Hij daar zal onze liefde nog vergroten!' (Brouwer, Canto 5, 91-105)

Eerst legt Beatrice aan Dante uit hoe het komt dat ze zo'n fonkelende goddelijke straling heeft. Hij is er nauwelijks tegen opgewassen. Het is de goddelijke liefde die haar vervult en die levende mensen hoogstens heel zwakjes kunnen uitstralen. 

Beatrice straalt ten volle de liefde van God uit. Ze is daarmee oogverblindend voor Dante en nauwelijks aan te kijken. Het licht is te fel voor hem. Zijn ogen kunnen het niet aan.

Veilige route

Het antwoord op Dantes vraag blijft op de veilige route. Doe vooral goede dingen, leef de geloften na maar ga er ook niet kortstondig mee om. Dat levert vooral problemen op zoals Jeptha die zo onbedoeld zijn dochter offerde en Agamemnon offert het mooiste dat hij heeft. Ook een dochter, namelijk Iphigenia. Vondel brengt in 1659 in zijn toneelstuk Jeptha of Offerbelofte ook de verhalen uit de bijbel en de Griekse mythologie bij elkaar.

Als Beatrice uitgepraat is, schieten Dante en zij met de snelheid van het licht door het hiernamaals. Ze komen aan in het 2e hemelrijk, onder invloed van de planeet Mercurius. 

Kleurrijk Mercurius

De planeet die het dichtste bij de zon staat is in Dantes tijd niet zo bekend. Er werd altijd verondersteld dat de planeet bruingrijs was, maar na een bezoek van de ruimtesonde Messenger in 2013 blijkt het landschap van de planeet buitengewoon kleurrijk te zijn in alle tinten blauw, wit en oranje.

Er komen allemaal lichtende wezens op Dante en Beatrice af als ze het hemelrijk bereiken. Ze verwelkomen hem met de roep dat de hun liefde zal toenemen bij het zien van de levende Dante. Ze dagen hem uit om te vragen wat hij wil. Het mag. Ook van Beatrice. Daar maakt hij kennis met een bijzondere verschijning die nog niet meteen zijn naam wil prijsgeven.

vlak voor de zon straalt
een planeet zijn eigen licht
duizenden geesten

Literatuur

De hier gebruikte vertaling is van Rob Brouwer uit 2002. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Naar believen wissel ik de citaten af uit deze enorme hoeveelheid vertalingen.

dinsdag 22 november 2022

Tweestrijd: Paradijs: Canto 4

Bij twee gerechten, evenzeer verlokkend
en op één afstand, sterf men eer van honger
Dan dat de keus van 't eene een bete toelaat.

Zóó staat een lam onthutste bij twee begeer'ge
En wilde wolven, vreezende voor beiden;
Zoo staat een jachthond bij een tweetal hinden.

Vandaar dat ik, door onderscheiden twijfel
Gelijk geschokt, mij-zelven over 't zwijgen
Noch prijs noch laak, dewijl 't noodzaaklijk was.

Ik zweeg dan; maar mijn wensch was me op 't gelaat
Geschilderd, en mijn vragen evenzeer
Veel warmer dan in woorden uitgedrukt. (Kok, Canto 4, vs 1 - 12)

Dante is in tweestrijd. De verteller vergelijkt het met het lam dat tussen 2 wolven ingeklemd staat. Of de hongerige die tussen 2 gerechten moet kiezen waarin hij allebei evenveel zin heeft. Hij zal net zo lang twijfelen tot hij van honger omkomt. Nog een extra vergelijking volgt, de jagende hond tussen 2 hindes.

De twijfel

Beatrice doorziet Dantes twijfel en haalt hem eruit. Ze wijst hem op het probleem. Hij heeft gesproken met Constantia en Piccarda. Zij zijn in een lager deel van de hemel omdat ze zijn tegengewerkt door mannen. Ze werden onder dwang uit het klooster gehaald. Hoe kun je dan nog goed doen? En de andere vraag is dat de zielen terugkeren tot de sterren volgens Plato.

Beatrice legt het hem haarfijn uit. Zielen kunnen niet liegen, maar er gelden hier wel 2 waarheden. Soms doet iemand ook iets onder dwang.  Het geweld van de ene mengt zich met de wil van de ander. Soms doe je iets kwaads om goeds voort te brengen. Stervelingen als Dante snappen dat niet.

Onrustige ziel

De dankbaarheid van Dante is groot. Zijn onrustige ziel komt tot rust, zoals een opgejaagd dier weer tot rust komt in zijn veilige hol. Een vergelijking die net als de eerder Uit de waarheid groeit ook de twijfel en daarmee introduceert hij meteen zijn volgende vraag. Kun je gemaakte beloftes ook inwilligen met andere goede dingen die je doet.

Hierop kijkt Beatrice hem aan. Haar met goddelijke liefde vervulde blik, wordt Dante teveel. Hij valt bijna in zwijm bij het zien van die vonken goddelijke straling.

de wolf en het lam
twijfelen naast de hinde
welk maaltje wordt het

Literatuur

De hier gebruikte vertaling is van A.S. Kok uit 1864. Het was de eerste integrale vertaling van Dantes meesterwerk in het Nederlandse. Er zijn daarna vele vertalingen van de Goddelijke komedie verschenen. Naar believen wissel ik de citaten af uit deze enorme hoeveelheid vertalingen.

dinsdag 15 november 2022

Iedereen gelijk: Paradijs: Canto 3

"Broeder, onzen wil bevredigt
  De kracht der liefde, die ons doet begeeren
  Slechts wat wij hebben, en niet naar iets anders doet dorsten.

Wanneer wij verlangden hooger te zijn,
  Dan waren onze begeerten niet in harmonie
  Met den wil van Hem, die ons hier heeft beschikt;

Wat, naar gij zien zult, niet kan zijn in deze cirkels,
  Als onvermijdelijk wij hier leven in liefde,
  En gij den aard daarvan welbeschouwt.

Neen, het is het wezen van dit zalige zijn,
  Dat wij ons houden binnen den goddelijken wil,
  Waardoor onze eigen willen geheel één worden.

Zoodat, gelijk wij zijn van drempel tot drempel
  In dit rijk, het aan 't heele rijk behaagt,
  Gelijk aan den Koning die naar Zijn wil onzen wil richt;

En Zijn wil is onze vrede:
  Hij is die zee, waarnaar zich alles beweegt
  Wat hij schept, en wat de natuur maakt." (Bremer, Canto III, vs 70 - 87)

Dante mag zich voorstellen aan de mensen die in deze kring zijn. Hij moet goed kijken, het lijkt of hij in een spiegel kijkt. Als hij zich omdraait ziet hij de mensen niet meer. Beatrice legt de dommerik uit dat de spiegelende wezens die hij ziet en die op parels lijken, de echte wezens zijn. 

Verlangen

De schaduwen van de wezens die hij ziet, zijn de overledenen die hier leven. Meteen stelt Dante een domme vraag aan de eerste de beste die hij tegenkomt. Ben je wel tevreden hier of zijn er nog betere stukken van de hemel waarnaar je verlangt. Kortom: zit je wel genoeg in hogere sferen.

Het is Piccarda aan wie hij zijn vraag heeft gesteld. Ze straalt één en al blijheid uit en antwoordt hem vanuit dezelfde blijmoedigheid. Dommerik, wij zijn hier één en al hemelse liefde. Wij verlangen niet naar meer, maar zijn tevreden met wat we nu hebben.

Volmaakte harmonie

Hier in de hemel heerst de volmaakte harmonie. En dan mag het misschien wel lijken dat er wat hogerop meer sfeer te behalen is, voor Piccarda is het prima hier. Ze is niet bezig met meer. Ze is in het hier en nu en geniet van haar zaligheid.

Als Dante even later nog de non Constantia spreekt, vertelt ze iets over haar verleden. Hoe ze als non is weggehaald uit het klooster. Maar haar liefde voor God overwon. Ze is uitgepraat, draait zich om en verwijdert zich van Dante, al zingend het Ave Maria. 

spiegelbeelden
verschijnen en verdwijnen
geesten van geluk

Literatuur

De hier gebruikte vertaling is van Frederica Bremer uit 1943. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Naar believen wissel ik de citaten af uit deze enorme hoeveelheid vertalingen.

dinsdag 8 november 2022

Parel: Paradijs: Canto 2

Het scheen mij toe dat wij werden omgeven door een glanzende, dichte, vaste en heldere nevel, die gelijk was aan een door het zonlicht beschenen diamant. Die eeuwige parel nam ons in zich op, zoals water, zonder dat het zijn eenheid verliest, een zonnestraal in zich opneemt. Het feit dat ik een lichaam was (en hier op aarde kan niemand bevatten hoe de ene ruimtelijkheid in de andere kan opgaan, iets wat noodzakelijkerwijze gebeurt wanneer het ene lichaam doordringt in het andere), zou des te meer het verlangen in ons wakker moeten roepen om het Wezen te aanschouwen waarin de menselijke en goddelijke natuur, zoals men kan zien, één zijn geworden. (Van Dooren 1987, Canto 2, vs. 31 - 42)

De weg naar het paradijs leidt voor Dante op lichtstralen. Hij komt terecht in een schitterende nevel. Opgenomen in een parel, zoals het licht het water binnendringt. Een beeld dat pakt, maar dat ook verpakt is in de mystiek van het verhaal. 

Dante drijft op een bootje dat Minerva vooruit blaast. Met de snelheid van het licht vliegt de dichter daar rond. In de tekst merk je dat Dante veel dingen probeert te verklaren, al beweert hij het tegendeel. 

Vlekken op de maan

Je kunt niet verklaren wat hier allemaal gebeurt. De dingen die we op aarde geloven, zullen zich hier aan mij openbaren, weet hij. Toch vraagt hij meteen aan Beatrice wat de vlekken op de maan te betekenen hebben. Ze geeft hem het antwoord dat je vaak hoort: 'Wat denk je zelf?' Een irritant antwoord met de vraag die ze terugkaatst als dat de maan het zonlicht weerkaatst. 

Op het antwoord geeft Beatrice meteen een nieuw raadselachtig antwoord. Iets als: 'Dat vertel ik zo.' Om dan eerst ergens anders over uit te wijden. Het lijkt wel op de lichtstralen die volgens Dante even sterk blijven als je hun richting verandert met een spiegel. 

Krachten

Dantes verstand verlost zich uiteindelijk van zijn vroegere dwalingen. De krachten die spelen bij de vlekken op de maan, zijn de bewegingen van de engelen. Zij geven met hun twinkelingen van blijdschap de kenmerkende vlekken op de maan. 

de volle maan bloost
verlegen gele vlekken
schijnen door bomen

Literatuur

De hier gebruikte vertaling is van Frans van Dooren uit 1987. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Afwisselend citeer ik uit deze trits vertalingen.

dinsdag 1 november 2022

Tegen de zon in kijken: Paradijs: Canto 1

Die monding had het ochtend dáár en avond
hier gemaakt. Geheel wit bijna was dat
ginds rond, zwart aan de andere kant,

toen 'k Beatrice naar haar linker zij
gedraaid zag staan en in de zon zag kijken.
Nooit keek een adelaar daarin zó strak.

Zoals een tweede lichtstraal uit de eerste
uit te treden en óp te springen pleegt,
gelijk een pelgrim die terug wil keren,

zó paste aan haar houding, die mij door
mijn oog bewust werd, die van mij zich aan
en keek ik langer in de zon dan ooit. (Jansen 2021, Canto 1, vs 43 - 54)

Kijk nooit zonder bescherming in de zon, waarschuwen nieuwsberichten over het kijken naar de zon bij een eclips. Zoals bij de gedeeltelijke eclips gisteren. De enige 'echte' eclips uit mijn leven was in de zomer van 1999. Ik zat in Rome. Ik liep met mijn moeder in de tuin bij de Villa Borghese. 

Natuurlijk hadden wij geen eclipsbril bij ons. Alsof het dan alleen de moeite waard is om in de zon te kijken. Gelukkig mochten we vaak een bril of een cd lenen van de mensen om ons heen die naar de zon keken.

Het laatste deel: het Paradijs

Dante begint nu aan het laatste deel van zijn reis. Dit deel voltooit hij 4 jaar voor zijn dood in 1321. Het betekent de voltooiing van een meesterwerk. Sinds het verschijnen houdt het miljoenen mensen eindeloos bezig. 

Ik ben 1 van hen. Wat een boek is dit zeg. Ik ben er weer aan begonnen na een lange onderbreking. En eigenlijk durf ik het ook niet zo goed. De reis naar de hemel duidt wel een beetje op een einde.

Beatrice begeleidt Dante door de hemel. Zij vormt de volmaakte, hemelse liefde. Voor Dante is ze ook de schakel tussen het hier en het nu. Ze zegt het ook tegen hem. Hij moet hier alle referenties naar het aardse leven loslaten. Hij stijgt op. Het is hier even vanzelfsprekend als dat op aarde het water van een berg naar beneden stroomt.

Hemelse sferen

Een veelbelovend begin. Hij zal een reis maken door de hemelse sferen. Ook hier is het een zorgvuldig uitgedacht universum dat zich aan de lezer ontvouwt. En wat een taal weer. Zoals Beatrice aan hem verschijnt. Ze staat daar, half gedraaid naar de zon en kijkt naar het licht. 

Het beeld van deze vrouw die zo naar de zon kijkt, grijpt mij beet. Ze heeft geen eclipsbril op, maar kijkt. Dante kijkt zo lang naar haar en de zon dat hij sterretjes ziet en de afdruk van Beatrice in de zon in zijn netvlies gebrand staat. 

De verteller heeft het dan wel over adelaars, pelgrims en meerdere lichtstralen, maar ik denk dat het gewoon sterretjes zijn.

hoog tuurt de arend
zijn ogen leeg in de zon
een valk schicht het licht

Literatuur

De hier gebruikte vertaling is van Herman Jansen uit 2021. Dit is de laatst verschenen vertaling in het Nederlands. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

Terugblik: Paradijs: Canto 22

Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. En loof ik ...