woensdag 30 maart 2016

De ketters: Divina Commedia: Hel: Canto 9

image

Lijkt de reis door het hiernamaals onschuldig, De goddelijke komedie zit bomvol met spannende elementen. Soms lijkt het op een heus Fantasy-boek waarin vreemde wezens rondvliegen en sommige zielen onherkenbaar zijn, staarten hebben of de kop van een dier.

In de 9e Canto wordt het spannend. Voor de poort van de stad Dis zijn Dante en zijn begeleider Vergilius beland. Ze kunnen niet verder, de toegang wordt ze ontzegd. Ze kunnen geen kant op. Voor ze is de dichte poort, vanaf de hoge toren staan er 3 wraakgodinnen.

De angst slaat hem aan het hart. De 3 helse furiën, bloedrood van kleur en lijkend op vrouwen wat betreft hun lichaam en houding:

Waar eensklaps naadrend op een rij zich schaarden
Drie helsche Furiën, met bloed bevlekte,
Drie vrouwelichamen die woest gebaarden,

Om wie zich groenig slanggekronkel rekte.
Terwijl de slapen geen gewar van tressen
Maar van gehoornde slang en adders dekte (vs 37-42; Verweij)

De furiën roepen Medusa op om Dante te verstenen, maar Vergilius houdt het hoofd koel. Draai je om en doe je ogen dicht, zegt hij tegen de dichter. Als je hem echt aankijkt, zul je verstenen, maar bij mij ben je in veilige handen.

Zo wachten ze op de hulp van een engel. Alle mensen schuiven opzij als deze eraan komt. Hier maakt het lyrisch ik weer een prachtige vergelijking. De massa schuift weg zoals kikkers wegspringen als ze in de gaten hebben dat er een ringslang in aantocht is.

De engel maakt de poort met een klein stafje open. Het lijkt wel Harry Potters toverwereld hier in Dantes hel. De eenvoud waarmee de poort opengaat. De engel roept nog wat tegen de verloren zielen en verdwijnt weer even snel als hij gekomen is.

In de stad lopen ze over een kerkhof, waar uit de graven een hartverscheurend gejammer klinkt. Het zijn de ketters die hier liggen, zegt Vergilius. De tomben verschillen in temperatuur, afhankelijk van de dwaling van de ketter. Zo lopen ze verder door de stad in deze zesde hellekring.

Lees de andere bijdragen van het Dante project

Gedichten rond Canto 9

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van Albert Verweij uit 1923.
Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

woensdag 23 maart 2016

Tragen en toornigen: Divina Commedia: Hel: Canto 8

image

Dante en Vergilius staan bij het helledeel van de tragen en toornigen. Ook hier speelt Dante met de tegenstelling in zonden. Hoe ze elkaar kunnen traineren en tergen. Ver weg zien ze de toren van de stad Dis waar ze naartoe trekken. Maar voor ze de toren bereiken, beleven ze nog een heel avontuur.

Hoog in de toren ontbranden 2 lichtjes om de komst van de dichters te melden. In de verte over het moeras antwoordt een nauwelijks waarneembaar lichtje. Als Dante vraagt aan zijn begeleider wat het andere lampje betekent, hoeft hij niet lang op een antwoord te wachten.

Geen pijl die ooit van ’n pees zó flitsend wegsprong
en zich met zó’n vaart repte door de lucht,
als ’t kleine scheepje dat ik op het water

al aan zag komen varen, op ons af.
Het bootje werd alleen bemand door ’n stuurman
die riep: ‘Je bent erbij, verdomde ziel!’ (vs 13-18; Brouwer)

De prachtige vergelijking die het lyrisch ik hier maakt. Hoe lucht en water hier vermengen in de vergelijking. Het varen door het water gaat normaal heel traag, hier schiet het scheepje zo snel naar voren als een pijl door de lucht. De stuurman, Phlegyas, een mythisch figuur die hier een andere rol krijgt toebedeelt, mag de 2 vervoeren naar de overkant.

Al varend op de ‘doodse slijkpoel’ treft hij een driftige stadsgenoot aan. Het is de boze Filippo Argenti die uit het niets in een ongelooflijke woede uitbarst. Dante ziet hem niets liever dan in de drek van het moeras verdwijnen.

Zo bereiken ze de stad Dis. Een stad die boordevol met heidense gebouwen staat, ziet het lyrisch al als ze de gracht om de stad naderen. Het zijn moskeeën volgens Dante die zo rood zien als het vuur waaruit ze ontstaan zijn. De menigte die hier staat wil hem hier niet zien. Wat moet deze levende hier. Je moet toch dood zijn voordat je hier mag binnentreden?

De moed zakt Dante in de schoenen, maar Vergilius troost hem en belooft dat hij bij de dichter zal blijven zolang hij in de onderwereld is. Ondanks deze belofte smijten de terugrennende bewoners van de stad de poort voor hun neus dicht. Ze moeten wachten op hulp.

Lees de andere bijdragen van het Dante project

Gedichten rond Canto 7

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van Rob Brouwer uit 2005.
Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

woensdag 16 maart 2016

Gierigaards en verspillers: Divina Commedia: Hel: Canto 7

De gierigaards en verspillers zijn op prachtige manier bij elkaar gebracht in de vierde hellekring. De tegengestelde zondaars kwellen elkaar aldoor. Ze botsen als de golven van de zee in de Straat van Messina. Hier komen 2 golfstromen elkaar tegen.

Voor Dante Vergilius dit zien, moeten ze eerst de vijand Pluto passeren. Hij gromt ze iets onverstaanbaars toe, maar het klinkt dreigend genoeg. Als een held weet Vergilius het monster met zijn woorden te breken. Het monster valt ineen en ze kunnen hem passeren.

Bij de botsing roepen de gierigaards en verspillers elkaar allerlei verwensingen toe:

Zij botsten tegen elkaar en juist bij dat punt
draaien ze elk weer om, terugwentelend,
roepend: “Wat houd jij vast! Wat smijt jij weg?”
Zoo kolkten zij door den duisteren kring in ’t rond
van links naar rechts naar ’t tegenoverliggend punt
hun schimpdeun elkander gedurig toekrijtend; (vs 28-33, Van Delft)

Een treffend beeld om 2 tegengestelde zonden met elkaar te confronteren. Ze komen een paar hebzuchtige pausen en kardinalen tegen. Vergilius merkt op dat deze rusteloze zielen nooit tot rust zullen komen. Al het goud op deze wereld zou niet genoeg zijn om ze tot bedaren te brengen. Hij verwoordt de hebzucht heel treffend.

Het gesprek dat volgt is filosofisch van aard. Dante vraagt zich af wat de macht van wereldse goederen is op de mens. Waarom worden deze zielen zo getroffen door goederen dat de een het bij zich wil houden en de ander het wil verspillen. Het antwoord legt Vergilius bij de beperkte menselijke geest. Hij stelt zich Fortuin voor als een vrouw, met een macht waar de menselijke geest geen vat op heeft.

Het tweetal trekt verder, langs de driftige zielen. In hun blinde drift strijden de zielen tegen elkaar in een poel midden in het moeras van de Styx. Dante en Vergilius slaan het gade en komen als ze om de poel heen zijn gelopen aan bij de voet van een toren.

Lees de andere bijdragen van het Dante project

Gedichten rond Canto 7

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van Van Delft uit 1920.
Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

woensdag 9 maart 2016

De vraatzuchtigen : Divina Commedia: Hel: Canto 6

image

Dante wordt wakker in de volgende kring. Hier vertoeven de vraatzuchtigen. Een voortdurende ijskoude stroom van regen valt naar beneden en kwelt de vervloekte zielen. Of zoals de verteller het beeldend zegt:

Dichte hagel, smerig water en natte sneeuw storten daar uit de donkere lucht neer op de stinkende grond, die alles opneemt. (vs 10-12, Van Dooren)

Het is er een smerige boel. Om verder te komen moeten Vergilius en Dante langs de hellehond Cerberus. Het dier krabt de zielen in deze hellekring, waardoor ze met hun verwondingen nog meer getergd worden in de onophoudelijke stroom van koude neerslag.

Cerberus staat hier symbool voor de vraatzuchtigheid met zijn razende honger. Het monster met de 3 koppen wil ook Dante en zijn begeleider verslinden, maar Vergilius heeft een list: hij gooit de koppen wat van de modderige aarde toe. Het beest hapt toe en het duo passeert de koppen.

De schimmen liggen teneergeslagen in de blubber. Toch richt er 1 ziel zich op. Het is een stadsgenoot van Dante. De gulzigheid heeft hem hier gebracht. Ze spreken over de toekomst, waarbij Ciacco zegt dat de 2 partijen in Florence binnenkort in gevecht met elkaar gaan.

Hij vraagt Dante om zijn naam bekend te maken in de hoop uit deze ellende te komen. Dan zijgt ook de stadgenoot van Dante zich neer in de modder. Het roept bij Dante de vraag op hoe het nu verder gaat met al deze zielen. Vergilius is duidelijk:

Mijn leidsman sprak: ‘Dat hij hier rusten moge
Tot de bazuin der engelen hem wekt.
Men komt de toorn van God pas onder ogen

Als men zijn droeve groeve herontdekt
En daar zijn vlees en botten heeft herkregen
Terwijl zich ’t Oordeel donderend voltrekt.’

Wij liepen door de vuile brij van regen
En ijle schimmen in dat grauw ravijn
Het leven na de dood te overwegen, (vs 94-102; Cialona en Verstegen)

Volgens Vergilius zal bij het laatste oordeel, het eindvonnis geveld worden. Al kan een zondaar nooit volmaakt worden, al verwachten ze na het oordeel volmaakter te zijn. De ingewikkelde discussie die volgt, laat de verteller achterwege. Ze komen aan bij de volgende kring, waar de grote vijand Pluto op hen wacht.

Lees de andere bijdragen van het Dante project

Gedichten rond Canto 6

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van Cialona en Verstegen uit 2000.
Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

woensdag 2 maart 2016

De wellustigen: Divina Commedia: Hel: Canto 5

image

Dante belandt in de vijfde canto in de tweede hellekring. Hier zijn de wellustigen. Ze slingeren in een razende storm rond. Dat verbeeldt de hartstocht waardoor ze zich in het aardse leven meeslepen. Een mooie verbeelding van een straf die verwijst naar de zonde waarvoor ze gestraft worden. Dante weet in zijn Goddelijke komedie heel mooi de link te leggen tussen de zonde en de straf. De straf verwijst vaak naar de zonde, een ‘contrappasso’.

Gestrafte zielen

Terwijl ze in de orkaan worden meegesleurd, jammeren de gestrafte zielen luid. Dante vergelijkt ze met de klaagtonen van de kraanvogels als zij hoog in de lucht vliegen. De zielen worden meegesleurd door de wervelwinden en gillen het uit. Als de wervelwind bij de afgrond komt, is hun geschreeuw ondragelijk.

Vergilius geeft toelichting. Daar buitelen Semiramis, Helena en Cleopatra door de lucht. Schimmen die door de hartstocht uit het leven zijn genomen. Als Dante een stel ziet ronddollen roept hij ze naar zich toe. Hij wil meer van dit liefdespaar te weten komen. Zijn liefdevolle roep haalt ze uit de storm.

liefdesverhaal

Dan volgt een beroemd liefdesverhaal in Dantes Goddelijke komedie. Het is het tragische verhaal van Francesca dit Rimini uit Ravenna. Ze is uitgehuwelijkt aan Gianciotto Malastesta, maar wordt verliefd op zijn veel knappere broer Paulo. Ze worden allebei gedood door Gianciotto als hij het stel betrapt.

De min, die snel in ’t edel hart kan dringen,
Heeft hem voor ’t schoone lichaam dra bevangen,
Mij, ach! geroofd!…, ’t hoe blijft tot afschuw dwingen.

Min, die beminden dwingt tot Min-verlangen,
Greep mij voor hem zoo sterk met welbehagen,
Dat naar gij ziet, ik hem nog aan blijf hangen.

De liefde heeft tot een dood ons gedragen, (Canto V, vs 100-106, Bohl)

De liefde maakt je dwaas, de hartstocht, het verlangen. Francesca vertelt haar fatale liefdesgeschiedenis aan Dante. De liefde ontbrandt bij haar en haar minnaar na het lezen van Lancelot en de liefde. Het verhaal raakt Dante diep. Hij valt flauw, zoals vaker gebeurt als het hem teveel wordt. Daarmee bevat het vijfde canto een van de mooiste liefdesgeschiedenissen uit de literatuur.

Lees de andere bijdragen van het Dante project

Gedichten rond Canto 5

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van Bohl uit 1876-1884.
Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

Terugblik: Paradijs: Canto 22

Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. En loof ik ...