dinsdag 27 december 2022

Rachab: Paradijs: Canto 9


Maar, opdat gij al de wensen die bij deze
kring ontstaan zijn in uw geest, geheel voldaan
zoudt mededragen, moet ik u toch iets zeggen.
Gij begeert te weten wie er in dit licht is,
dat hier nevens mij zo glanzend vonkelt
als een zonnestraal in zuiver water.
Weet dus dat daar binnen Rahab rust,
die, hier met ons verenigd, in de hoogste
graad bestempeld werd door deze hemel
— Waar de schaduw eindigt van uw
ondermaanse wereld —, eer nog enige andere ziel
werd meegenomen in de zegetocht van Christus.
Het betaamde toch haar in een hemel te verheffen,
als een palmtak van de grote zegepraal die Hij
met bei zijn palmen had gewonnen,
Aangezien zij de eerste zegepraal bevorderd
had van Josua in het Heilig Land,
waaraan de paus nog weinig denkt. (Haghebaert, Canto 9, vs. 109-126)

Na de Hongaarse vorst Karel Martel en zijn vrouw, raakt Dante in gesprek met 2 Italianen, de vrouw Cunizza en daarna Folco van Marseille. Hier gaat het flink tekeer over de toestand in Italië en nog wat meer in Florence. 

De verbanning uit Florence en de politieke situatie in het Noorden van Italië zijn terugkerende thema's in de Goddelijke komedie. Dante verlangt grenzeloos om weer naar zijn geboortestad terug te mogen. Er spreekt een eindeloze liefde voor deze stad en de inwoners uit deze stad. En de frustratie en het verdriet om de verbanning komen ook hier in de hemel terug.

Bijzonder lichtje

Folco vertelt zijn verhaal als Dantes oog op een bijzonder lichtje valt. Het is Rachab, vertelt Folco aan hem. Op hun verkenningstocht door het beloofde land, komen de 2 verkenners in Jericho. Ze worden gastvrij onthaalt door Rachab, een vrouw van lichte zeden. Ze woont in een huis dat op de stadsmuur is gebouwd. 

Bij de inname van de stad, hangt een rood lint uit haar raam. Het is het teken dat haar huis gespaard moet blijven. Het blijft als enige staan. Rachab is een held in de bijbel en ook bij Dante. Haar licht fonkelt als een zonnestraal in helder water, schrijft de verteller. Rachab heeft uiteindelijk een belangrijke plek in de stamboom van het Joodse volk en wordt opgesomd in de lange lijst van Jezus.

Bijzondere rol

In de Goddelijke komedie komt ze niet aan het woord. Vrouwen vervullen een bijzondere rol in het hiernamaals van Dante. Je merkt het al op het moment dat Beatrice haar intrede doet in het verhaal als begeleider. De aanbiddelijke houding van Dante naar haar toe, zorgt voor een afstand die er bij Vergilius helemaal niet is. Daar lopen 2 mannen al filosoferend en pratend rond. 

Het gebeurt ook hier, waarbij de vrouw Cunizza weldegelijk haar verhaal doet, maar Rachab als een lichtje voorbij komt. Een begroeting of gesprek blijven achterwege. Folco praat zeer lovend over haar. Het had een mooie ontmoeting kunnen opleveren, die de lezer bespaart blijft.

Liefde heerst

Het brengt Dante weer terug naar de boosheid over zijn geboortestad, de mensen die hem hebben laten vallen en voorgoed uit de stad hebben verbannen. Het is een verdriet die hier in dit deel van de hemel waar de liefde heerst, zo pijnlijk aan het licht komt.

een rood touw hangt uit
de stadsmuur van Jericho
liefde overwint

Literatuur

De hier gebruikte vertaling is van Haghebaert, herzien en ingeleid door Rob Antonissen in 1947. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Ik wissel de citaten af uit deze vertalingen.

dinsdag 20 december 2022

Venus: Paradijs: Canto 8

 


Van haar, aan wie ik d'aanvang kon ontleenen,
Kon men den naam aanwenden voor de sterre,
Wier achterhoofd of brauw de Zon beschenen.

Dat 'k in haar steeg, bleef van mijn aandacht verre,
't Geloof er in te zijn, heeft mij geschonken
Mijn Donna, naar wie — schooner — d'ooge' opsperren.

En naar men boven vlam ontwaart de vonken,
Een stem uit koor ons méér zijn klank doet blijken,
Als één rekte' en van d' and're trillers klonken,

Zag in dit licht ik andr'e lichtjes strijken,
Die sneller, trager gaand' in kring ons pralen,
Al naar hun blikken -meen 'k - in 't Eeuw'ge reiken. (Rensburg, Canto 8, vs 10-21)
Haast ongemerkt arriveert Dante in de 3e hemelsfeer: Venus heerst hier. Hij merkt het meteen aan Beatrice die aan schoonheid wint. Dat komt natuurlijk door de sfeer die hier is. Dat is er eentje van liefde en warmte. De gestorvenen hier, zijn allemaal het toonbeeld van liefde. Hun hele leven heeft ervoor gediend.

Liefdespijlen

De verwijzingen die Dante maakt naar de godin van de liefde, zijn prachtig. Hij heeft het over de engelachtige figuur Cupido. De eerste is nog altijd bekend om de liefde. Hij schiet met zijn liefdespijlen rond en vervult je met liefde. Dat is wat hier ook gebeurt.

Maar het is hier wel de hemel. De lustwekkende, zinnelijke liefde die Venus ook zo kenmerkt, vind je hier niet. De schoonheid is wel overal te vinden in dit deel van de hemel. De engelen en serafijnen laten zich in goddelijke flitsen zien. 

Ongekende schoonheid

Het schittert en flitst overal om Dante heen. De engelen zingen hosanna en andere mooie liederen. De muziek is van een ongekende schoonheid, schrijft de verteller.

In dit deel van de hemel spreekt Dante met Karel Martel, de koning van Hongarije die hij wel kent. Hier krijgt hij uitleg over de beweging van de hemellichamen en hoe de liefdespijlen alles in beweging brengen en houden.

Iedereen anders

De geordende samenleving is nodig, stellen Dante en Martel. Wel moet iedereen anders zijn. De kracht van de samenleving zit in hoe mensen van elkaar verschillen. Ieder geeft daarmee zijn eigen waarde aan de maatschappij. Een inclusieve samenleving. Iedereen telt. Ongeacht wie hij, zij of hen ook is.

De woorden van de Hongaarse vorst vervullen Dante met grote blijdschap. Ook zoiets hier in de hemel. Je wordt helemaal blij en enthousiast. Geen enkel ding valt hier uit de toon.

Venus rondingen
schitteren in de ruimte
tinten vol schoonheid

Literatuur

De gebruikte vertaling is van Rensburg uit 1908. Er zijn een heleboel vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Ik varieer de citaten uit deze verschillende vertalingen.

dinsdag 13 december 2022

De 4 elementen: Paradijs: Canto 7

 


Gij zegt: ik zie al de elementen aan
Verderf ten prooi, het vuur, de lucht, het water 
En de aarde; en allen duren slechts een tijd;
En allen zijn toch scheps'len, en zij moesten
Dus vrij zijn van verderf. 't Land, waar gij zijt,
Zoo rein, en de Eng'len, broeder! zij slechts kunnen
Geschapen heeten in volmaakt bestaan;
Maar de elementen die gij noemt en wat er
Al meer uit voortspruit, vorm ontleenen ze aan
Geschapen kracht, geschapen is hun stof, ook
De kracht, die vorming aan de sterren geeft.
De ziel van dier en plant trekt uit verbindt'nis,
Waarin zij met de heil'ge lichten leeft,
Straal en beweging. Maar de hoogste Goedheid
Stort zonder middel u uw leven in, 
En hare liefde mee , zoodat gij steeds verlangen
Naar haar gevoelt. (Thoden Van Velzen, Canto 7, vs 104-120)
Keizer Justianus vliegt zingend weg met een dubbele lichtkrans om hem heen. Dante blijft met Beatrice achter. Er kleeft een grote vraag aan hem, waar hij niet uit komt. Het probleem van de erfzonde en verlossing. 

Eeuwen afgetobd

Een probleem waar eeuwen over afgetobd is. In de Middeleeuwen draait het om dit vraagstuk en in de latere eeuwen ook. Het levert veel kerkscheuringen op, waaronder de keuze van Luther om zich af te scheiden. Maar ook binnen de protestanten heerst dit probleem.

Heeft Beatrice nu het antwoord. Ze doet een poging ertoe. Het leidt tot een diepzinnig theologische exposé. Ik raak ergens verward in het draadwerk dat Beatrice in haar retoriek bouwt. Je merkt wel dat Dante goed in de klassieken zit. 

De gedachte dat dit alleen voorbehouden is aan mensen van de Renaissance, is echt een misvatting. Net als dat je Dante niet tot deze stroming kunt rekenen, daarvoor leeft hij gewoon te vroeg.

Tijdelijk en eeuwig

Dan doemt er tegen het einde opeens een stuk op, dat best wel de moeite waard is. De tijdelijkheid en de eeuwigheid. Het oprichten van tijdelijke bouwsels vind ik persoonlijk altijd heel lastig. Je moet toch als je iets bouwt aan de langere termijn denken. 

Een hele wereldtuinbouwtentoonstelling oprichten en een halfjaar alles wat er staat weer afbreken, past niet in mijn idee hoe je de wereld mooier kunt maken. Dan maak je de wereld mooier en breek je het bijna meteen weer helemaal af. Ik snap dat niet.

4 elementen

Dante spreekt over de tijdigheid van de aarde. De 4 elementen, vuur, water, lucht en aarde, haalt hij aan. Het is er allemaal tijdelijk, tot God weer terugkomt. Alles behoort tot de schepping, stelt Beatrice. Wat je ziet op de aarde, maar ook wat je hier ziet in de hemelen. Het is allemaal geschapen voor om hem te eren. 

Hier geeft Beatrice de planten en dieren iets mee van de levenskracht om hen heen. De mens wordt rechtstreeks gevoed door God. In de mens schuilt het voortdurende verlangen naar hem. Dat verklaart ook de opstanding. Alles verwijst naar onze voorouders Adam en Eva.

de elementen
aarde, water, vuur en lucht
vieren de schepping

Literatuur

De gebruikte vertaling is van Thoden van Velzen uit 1874. Er zijn een heleboel vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Ik wissel de citaten af uit deze enorme hoeveelheid vertalingen.

dinsdag 6 december 2022

Harmonie: Paradijs: Canto 6

 


Meermalen hebben kindren moeten rouwen
Om 't kwaad van vaders, en hij moet niet meenen
Dat om zijn lelies God terug zal schouwen. 

Op deze kleine ster wonen degenen
Die door hun daden trachtten te verkrijgen
Een eer die met de faam zich zou vereenen. 

Maar als op aard begeerten zijwaarts neigen
Van 't rechte pad, dan voegt het dat de stralen
Van ware liefde minder krachtig stijgen. 

Doch als zich elks belooning zal bepalen
Naar zijn verdiensten, moet het ons verheugen
Waar tusschen bei gelijkheid niet zal falen. 

Gerechtigheid stort dan in ons de teugen
Van haar zoet leven, zoodat nooit kan wonen
In ons de dorst naar dingen die niet deugen. 

Verscheiden stem maakt ginder zoete tonen;
Zoo vormen zoete harmonie van rangen
Tusschen de sterren de verscheiden tronen. 

Binnen de parel die ons houdt omvangen
Licht ook het licht van Romeo, wie zijn daden,
Zoo groot en schoon, slecht loon deden erlangen. (Verweij, Canto 6, vs 109-129)

De Romeinse keizer Justianus is uitvoerig aan het woord in deze canto. Het is eigenlijk een monoloog van hem. Dante heeft in eerste instantie nog niet in de gaten wie er tegenover hem staat, maar het gaat om een christelijke keizer. 

Inlaten

In het betoog komt ook een waarschuwing naar voren; de welven in Florence moeten zich niet teveel inlaten met de Fransen. Daar komt narigheid van. Justianus vergelijkt alle toestanden in zijn tijd met wat er nu speelt. Een geschiedenis van heersers die zich er niet voor schamen om mensen uit de weg te ruimen.

Vervolgens introduceert Justianus de volgende spreker, Romieu de Villeneuve. Deze hoveling heeft een zwervend en bedelend bestaan geleid. Een overeenkomst met Dante die vanwege zijn kritische houding ook voor altijd uit zijn geliefde Florence is verbannen.

Kleine sterren

In de introductie die Justianus over deze man geeft, treft de vergaande vergelijking met een ster. Het zijn de kleine sterren, nauwelijks zichtbaar en ook snel verdreven, die de fouten van vader en zonen proberen goed te maken. De stralen van ware liefde dringen minder snel tot in de hoger hemelen.

Ook vergelijkt de spreker de verscheidenheid aan geesten tot een veelkleurige harmonie van het hemelse lied dat hier wordt gezongen. Hier vermengen licht en geluid zich. Natuurlijk wel binnen alle schoonheid en harmonie die in de hemel heersen. 

Dante mag het weten ook: hij bevindt zich in hogere sferen, boordevol zoete harmonie en stralende sterren.

de stemmen lichten
melodie in harmonie
schijnen de sterren

Literatuur

De hier gebruikte vertaling is van Albert Verweij uit 1923. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Naar believen wissel ik de citaten af uit deze enorme hoeveelheid vertalingen.

Terugblik: Paradijs: Canto 22

Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. En loof ik ...