woensdag 26 april 2017

Levensechte afbeeldingen: Divina Commedia: Louteringsberg: Canto 12a

Dante merkt dat hij net zo gebogen en traag loopt als de Oderisi. Als ossen onder een juk, zo lopen ze daar samen in dit gedeelte over de Louteringsberg. Maar Vergilius trekt hem weer bij de les: spaar je krachten, je hebt nog veel energie nodig verderop.

Dante hoeft immers niet gelouterd te worden. Hij geniet van de lichtheid van zijn ziel, zo zegt de verteller over zichzelf. Al houdt hij zijn gedachten nederig.

Wel adviseert Vergilius om naar beneden te kijken. Daar ziet hij hoe de weg onder hem is geplaveid met reliëfafbeeldingen. Onder zijn voeten schuiven alle hoogmoedige zondaars uit de bijbel en de Oudheid. Ze zien er levensecht uit, merkt de verteller op.

Daar verwondert Dante zich over de manier waarop de figuren in het steen zijn gehouwen. Hij ziet Nimrod, Niobé, Saul, Arachne en vele anderen. Ze zien er zo echt uit, dat zelfs de koelste kikker hier warm van wordt. Een mooie visie op de levensechtheid van de kunst, de kunst als nabootsing van de werkelijkheid en misschien wel diezelfde werkelijkheid overtreft:

Wie heeft door stift, penseel zoo uitgeblonken,
Dat hij ’t vlakke en ’t gestulpte heeft getogen,
Waar ’t fijnst gevoel verrukking werd geschonken.

’t Stond – ’t doode’ als levende’- alles juist voor oogen,
Géén kon de waarheid beter ooit aantreffen,
Dan ik zag, toen ik met hen ging gebogen.

Draag hoog de borst, wil trotsch de hoofden heffen
O Eva’s kind’ren en ’t gelaat niet nijgen
Om niet, waar Uw pad heen voert, te beseffen! (vs 64 – 72, Rensburg)

Ook hier geldt de nederigheid van de mens. Terwijl Dante naar het pad kijkt waarop hij loopt, ziet hij dit. Als hij hoogmoedig en trots zijn hoofd omhoog geheven zou hebben, zou hij al dit moois niet hebben gezien.

Lees de andere bijdragen van het Dante project

Gedichten rond Canto 10

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van J.K. Rensburg uit 1908. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

woensdag 19 april 2017

Oefening in Nederigheid: Divina Commedia: Louteringsberg: Canto 11b

Het gesprek met de miniatuurschilder Oderisi, mondt uit in een monoloog over kunst. Wat bepaalt dat je een goede kunstenaar bent? Het schilderen zelf of juist de afgunst naar je collega-schilders?

Oderisi noemt hier de schilder Giotto die de naam van zijn voorganger verduistert. Betekent het verduisteren van je voorganger ook dat jouw werk beter is?

Het brengt Oderisi nog een stap verder, je leven is slechts een grasspriet. Wat de wereld over iemand zegt, is niet meer dan een windvlaag die ook zo overgevlogen is.

De roem der waereld is een windvlaag slechts,
Die nu van hier en dan van daar komt blazen
En naar ’t verschil van streek van naam verandert

Wat roem bezit gij meer, zoo ge oud het lichaam
U aflegt, dan wanneer gij jeugdig sterft,
Vóór pop en rinkelbel vergeten zijn,

Eer duizend jaar voorbij zijn? korter tijdperk
Bij de eeuwigheid, dan de opslag van een oog
Bij ’t wentlen van den traagste hemelboog. (vs 100 – 108, Kok)

Dat Dantes Goddelijke komedie 700 jaar na verschijning nog gelezen wordt, mag een wonder heten. Roem vervliegt snel, zeker als het roem is die verworven is door de ander af te branden.

De hoogmoed is een gevaarlijke zonde. Dat is de boodschap die Oderisi hier vertelt. Hij wijst naar de man die voor hem loopt. Hij komt nauwelijks vooruit onder de zware last die hij draagt. Als Dante aan Oderisi vraagt wie die man dan is, krijgt hij het antwoord: het is de heerser over Siena: Provenzano Salvani.

Waarom deze man dan toch op de Louteringsberg mocht komen, dankt hij aan de bereidheid om aan het eind van zijn leven de trots van zich af te werpen. Het heeft hem hier gebracht, stelt Oderisi. Door deze daad van nederigheid is de hel hem bespaard gebleven. Dan voorspelt de miniatuurschilder aan Dante dat hem binnenkort een vergelijkbaar lot zal treffen.

Lees de andere bijdragen van het Dante project

Gedichten rond Canto 11

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van A. S. Kok uit 1863 – 1864. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

woensdag 12 april 2017

Hoogmoedigen: Divina Commedia: Louteringsberg: Canto 11a

Op de eerste omgang van de Louteringsberg prevelen de zielen het onze vader. Ze hebben er wel hun eigen draai aan gegeven. Deze zielen zuiveren zich van hun hoogmoed en dragen een zware last bij zich.

De verteller vergelijkt de last met het gewicht dat je in een droom op je voelt drukken. De zielen bidden voortdurend voor hun eigen zielenheil. Dante roept hier weer zijn lezers op om juist voor deze zielen te bidden.

Het helpt zoveel meer als iemand die in Gods genade leeft, bidt voor hen die hier verblijven. Ze zouden er sneller door in de hemel komen. Een paar eeuwen later zou de kerk geld vragen voor aflaten om het zielenheil van hun voorouders af te kopen. Van Dante moet je er nog voor bidden.

Dante en Vergilius komen allerlei zielen tegen. Eentje wringt zich onder zijn last in allerlei bochten om de dichter te kunnen zien. Hij herkent Dante en roept zijn naam.

Dante ziet dan ook wie het is: Oderisi uit Gubbio. Een miniatuurschilder die zijn werk erg goed vond bij leven. Nu is hij bescheiden en zegt dat het werk van de andere bekende miniatuurschilder Franco veel mooier is.

“Ik had dit niet licht zoo hoffelijk beleden,
Toen ‘k leefde en steeds den voorragn woû behalen,
Waar ’t sterk en begeerig hart om heeft gestreden.

“‘k Moet hier den tol dier hoovaardij betalen;
En ‘k zou zelfs hier niet zijn, waâr ‘k niet bewogen,
Tot God te gaan, ten tijd, dat ‘k nog kon falen.” (vs 85 – 90, Bohl)

Voor de trots tijdens zijn leven, moet hij hier boeten. Als hij zich tijdens zijn leven iets meer getoomd had en zich wat nederiger had opgesteld, zou hij hier niet hoeven staan. De zuivering in zijn geweten is al een eind gevorderd.

Dat staat in contrast met de zielen die in de hel vertoeven. Hier ondergaan de zielen de persoonlijke inkeer en boetedoening. Een heel positieve kant van de zaak: je kunt zelf tot inkeer komen. Dat anderen voor je bidden is voor mij persoonlijk meer bijzaak. De zielen zien hun fouten in en krijgen hiervoor uiteindelijk respijt.

Lees de andere bijdragen van het Dante project

Gedichten rond Canto 10

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van J. Bohl uit 1876 – 1884. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

zondag 9 april 2017

Kruipen in Dantes Goddelijke komedie

Een interessante boekenvraag deze week van Martha. Zou ik de auteur van een meesterwerk willen zijn en welk boek uit de wereldliteratuur zou dat zijn? Ik ben bescheiden genoeg om te zeggen dat ik niet zonodig dat meesterwerk geschreven zou willen hebben.

Wel zou ik in sommige meesterwerken willen kruipen. Vooral in Dantes Goddelijke komedie. Daar zou ik best doorheen willen wandelen, zielen aanraken en spreken. Samen lopen met Dante en Vergilius door het hiernamaals.

Sterker nog: ik probeer er al in te kruipen. Zo wandelend door de canti van deze bijzondere Italiaanse dichter, ontdek ik heel erg veel. De centrale verhaallijn van Dantes tocht door het hiernamaals, maar ook de vele bijzondere figuren die hij ontmoet.

Daarmee is de Goddelijke komedie echt een prachtig literair werk en geniet ik van de bijzondere vergelijkingen die de verteller maakt. Het werk geeft een prachtig inkijkje in het middeleeuwse denken. De wereld is complex, maar het wereldbeeld is compleet en volledig. Geënt op de klassieken, baant Dante een weg door de tijd.

Zo’n werk als Dantes Divina Commedia kan maar 1 keer geschreven worden. Elk werk dat hierop lijkt, is een kopie. De ideeën van Dante komen overigens overal vandaan. Dat de hel uit ringen als in een ui bestaat bijvoorbeeld. Dit heeft Dante van een overlevering, Hadith, over de profeet Mohammed die een reis maakt door het hiernamaals.

Voor mij is het boek een grote inspiratiebron. Ik kijk ertegen op. Voor mij is het een ultiem werk waarin schoonheid, troost en ideeën op een intrigerende manier samenkomen.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Dit jaar neemt Martha het weer over. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

woensdag 5 april 2017

Atlant en Kariatide: Divina Commedia: Louteringsberg: Canto 10b

De eerste zielen komen op het tweetal af na het tafereel met de berg waarop figuren levensecht staan afgebeeld. Ze verwijzen naar de voorstellingen van nederigheid. De dansende koning en de nederige Romeinse keizer. De schimmen zien er echter verschrikkelijk uit. Ze dragen een last waardoor ze helemaal voorover gebogen voortschrijden.

Zoals, om zoldering of dak te schoren,
als kraagsteen menigmaal figuren dienen,
die tot de borst hun knie naar boven trekken,
zodat bij wie ze ziet hun schijnbaar lijden
vaakl echte pijn verwekt: zó saamgekrompen
zag ik de schimmen daar bij scherper schouwen. (vs 130 – 135, Kops)

Dante vergelijkt ze met de gestalten die als pilaren gebouwen ondersteunen, kariatides of atlanten. Vooral de atlanten staan vaak voorovergebogen door het grote gewicht dat ze moeten torsen. De een gaat meer onder het gewicht gebukt dan de ander, ziet hij zoals ze het duo toenaderen.

Deze mythologische figuren dragen vaak de zware pedaaltorens van het orgel. Zo ken ik ze bungelend onder de orgeltorens in Kampen, Zwolle en Vlaardingen. Soms met een scheur dwars door het lijf, maar zwaargespierd. Al oogt de een vermoeider dan de ander. Ook omdat deze atlassen de zware last van de wereld dragen.

De schimmen die Dante ziet naderen, dragen hun eigen last van de hoogmoed. Voorlopig is dat zwaar genoeg.

Lees de andere bijdragen van het Dante project

Gedichten rond Canto 10

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van Christinus Kops uit 1929/1930. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

Terugblik: Paradijs: Canto 22

Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. En loof ik ...