woensdag 13 juli 2016

Huichelaars en hypocrieten: Divina Commedia: Hel: Canto 23b

img_20160703_111341.jpgIn de 6e ringgracht zitten de huichelaars en hypocrieten. Ze komen nauwelijks vooruit door de loodzware monnikskappen die ze dragen. Ze zijn heel zwaar. Zo zwaar, zegt de verteller, dat de hoofddeksels die de gestraften van majesteitsschennis tegen keizer Frederik droegen, zo licht als stro waren.

Ze lopen zo langzaam voorovergebogen dat Dante en Vergilius bij elke stap die ze zetten naast een andere zondaar lopen. Hier treft Dante weer een bekende. Iemand herkent hem namelijk aan de Toscaanse tongval. Het zijn 2 ridders uit Bologna die Dante hier ziet lopen. De verteller vergelijkt de last die de beide heren moeten dragen in hun pij, wel heel mooi:

Deze goudkleurige pijen zijn zozeer met lood verzwaard dat wij onder de last ervan net zo kreunen als een weegschaal die een uitzonderlijk gewicht moet dragen. (vs 100-102, Van Dooren)

De oude rivaliteit in Florence komt weer voorbij in het gesprek dat de heren met elkaar voeren. Maar voordat Dante iets kan zeggen, ziet hij iemand vastgenageld aan de grond met 3 spietsen liggen. Het de hogepriester Kajafas die hier op mensonterende wijze wordt gestraft.

De ridders weten te vertellen dat niet alleen Kajafas deze straf treft. Ook zijn schoonvader en andere leden van het Sanhedrin, de Joodse hoge raad die Jezus veroordeelt, worden in deze ring op dezelfde wijze gestraft voor hun verraad.

Vergilius vindt dit er zo gruwelijk uitzien dat hij de duivels in deze ring niet vertrouwt. Hij wil snel verder naar de volgende ringgracht en vraagt de Bolognezen de weg.

Lees de andere bijdragen van het Dante project

Gedichten rond Canto 23b

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van Frans van Dooren uit 1987. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Terugblik: Paradijs: Canto 22

Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. En loof ik ...