woensdag 19 april 2017

Oefening in Nederigheid: Divina Commedia: Louteringsberg: Canto 11b

Het gesprek met de miniatuurschilder Oderisi, mondt uit in een monoloog over kunst. Wat bepaalt dat je een goede kunstenaar bent? Het schilderen zelf of juist de afgunst naar je collega-schilders?

Oderisi noemt hier de schilder Giotto die de naam van zijn voorganger verduistert. Betekent het verduisteren van je voorganger ook dat jouw werk beter is?

Het brengt Oderisi nog een stap verder, je leven is slechts een grasspriet. Wat de wereld over iemand zegt, is niet meer dan een windvlaag die ook zo overgevlogen is.

De roem der waereld is een windvlaag slechts,
Die nu van hier en dan van daar komt blazen
En naar ’t verschil van streek van naam verandert

Wat roem bezit gij meer, zoo ge oud het lichaam
U aflegt, dan wanneer gij jeugdig sterft,
Vóór pop en rinkelbel vergeten zijn,

Eer duizend jaar voorbij zijn? korter tijdperk
Bij de eeuwigheid, dan de opslag van een oog
Bij ’t wentlen van den traagste hemelboog. (vs 100 – 108, Kok)

Dat Dantes Goddelijke komedie 700 jaar na verschijning nog gelezen wordt, mag een wonder heten. Roem vervliegt snel, zeker als het roem is die verworven is door de ander af te branden.

De hoogmoed is een gevaarlijke zonde. Dat is de boodschap die Oderisi hier vertelt. Hij wijst naar de man die voor hem loopt. Hij komt nauwelijks vooruit onder de zware last die hij draagt. Als Dante aan Oderisi vraagt wie die man dan is, krijgt hij het antwoord: het is de heerser over Siena: Provenzano Salvani.

Waarom deze man dan toch op de Louteringsberg mocht komen, dankt hij aan de bereidheid om aan het eind van zijn leven de trots van zich af te werpen. Het heeft hem hier gebracht, stelt Oderisi. Door deze daad van nederigheid is de hel hem bespaard gebleven. Dan voorspelt de miniatuurschilder aan Dante dat hem binnenkort een vergelijkbaar lot zal treffen.

Lees de andere bijdragen van het Dante project

Gedichten rond Canto 11

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van A. S. Kok uit 1863 – 1864. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Terugblik: Paradijs: Canto 22

Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. En loof ik ...