woensdag 21 februari 2018

Draak en reus: Divina Commedia: Louteringsberg: Canto 32c


Nog voor het zover is dat de verteller de hemel mag binnentreden, verschijnen nog een aantal mysterieuze wezens zich aan Dante. Het begint met een lichtflits, sneller dan de bliksem. In die flits verschijnt de adelaar, Jupiters vogel.

Het zijn mythische wezens die aan het fundament van de wagen waarop Beatrice zit, knagen. De knal waarmee de adelaar zich op de wagen werpt, doet de wagen in al zijn voegen barsten. Dat geldt ook voor de vos die flink tekeer gaat. Alsof hij al heel lang geen eten heeft gehad. Beatrice weet hem op zijn nummer te geven en het dier druipt af.

Hetzelfde geldt voor de adelaar, die een deel van zijn veren in de bak van de wagen achterlaat. Tot overmaat van ramp breekt er van onderen een draak de wagen binnen. De verteller weet er even geen raad mee. De situatie is dan ook best alarmerend. Het kan zo een aflevering uit Games of Thrones zijn, waarbij de ene verschrikkelijke scène de andere volgt.

Toen leek me dat de aarde openspleet
en ’n draak omhoogkwam tussen beide wielen
die met zijn staart de bodem van de kar

doorstak; en, als een wesp zijn angel, trok hij
zijn kwaaie staart weer terug en sleurde ’n deel
van ’t plankwerk mee – en kronkelend droop hij af toen.

Wat ervan restte werd nu helemaal,
als goede grond door onkruid, met die veren
– heilzaam bedoeld misschien en ook oprecht –

bedekt; op beide wileen én de dissel
lag ’t verendek gespreid in minder tijd
dan ’n mond zich opent om een zucht te slaken. (vs 130 – 141; vert. Rob Brouwer)

Het blijft een bijzonder tafereel waarin maar liefst 8 gebeurtenissen elkaar in rap tempo volgen. Van de adelaar, de vos, de draak en uiteindelijk verschijnt een hoer in een wagen omringd door 7 koppen. Natuurlijk verbeeldt de verteller hier allerlei zinnebeelden, maar de scene is in mijn ogen vooral pure science fiction.

Wat Dante hier ziet, is dat de adelaar zich opnieuw stort. De veren vliegen alle kanten op. Van onderen steekt het fabeldier in de wagen en verwoest daarmee het voertuig waarop zojuist Beatrice is gekomen. De vergelijking die de verteller maakt met de angel van een wesp is treffend.

Hij gaat nog wat verder. Uiteindelijk verandert de wagen in een 7-koppig wezen waarop een hoer staat. Ze kijkt naar Dante, maar wordt voor haar lonken gestraft door de reus die haar eerder af en toe kuste. Hij sleurt haar mee en zo verdwijnen de 2 in het donkere woud.

Literatuur

De hier gebruikte vertaling is van Rob Brouwer uit 2001. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Terugblik: Paradijs: Canto 22

Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. En loof ik ...