woensdag 23 maart 2016

Tragen en toornigen: Divina Commedia: Hel: Canto 8

image

Dante en Vergilius staan bij het helledeel van de tragen en toornigen. Ook hier speelt Dante met de tegenstelling in zonden. Hoe ze elkaar kunnen traineren en tergen. Ver weg zien ze de toren van de stad Dis waar ze naartoe trekken. Maar voor ze de toren bereiken, beleven ze nog een heel avontuur.

Hoog in de toren ontbranden 2 lichtjes om de komst van de dichters te melden. In de verte over het moeras antwoordt een nauwelijks waarneembaar lichtje. Als Dante vraagt aan zijn begeleider wat het andere lampje betekent, hoeft hij niet lang op een antwoord te wachten.

Geen pijl die ooit van ’n pees zó flitsend wegsprong
en zich met zó’n vaart repte door de lucht,
als ’t kleine scheepje dat ik op het water

al aan zag komen varen, op ons af.
Het bootje werd alleen bemand door ’n stuurman
die riep: ‘Je bent erbij, verdomde ziel!’ (vs 13-18; Brouwer)

De prachtige vergelijking die het lyrisch ik hier maakt. Hoe lucht en water hier vermengen in de vergelijking. Het varen door het water gaat normaal heel traag, hier schiet het scheepje zo snel naar voren als een pijl door de lucht. De stuurman, Phlegyas, een mythisch figuur die hier een andere rol krijgt toebedeelt, mag de 2 vervoeren naar de overkant.

Al varend op de ‘doodse slijkpoel’ treft hij een driftige stadsgenoot aan. Het is de boze Filippo Argenti die uit het niets in een ongelooflijke woede uitbarst. Dante ziet hem niets liever dan in de drek van het moeras verdwijnen.

Zo bereiken ze de stad Dis. Een stad die boordevol met heidense gebouwen staat, ziet het lyrisch al als ze de gracht om de stad naderen. Het zijn moskeeën volgens Dante die zo rood zien als het vuur waaruit ze ontstaan zijn. De menigte die hier staat wil hem hier niet zien. Wat moet deze levende hier. Je moet toch dood zijn voordat je hier mag binnentreden?

De moed zakt Dante in de schoenen, maar Vergilius troost hem en belooft dat hij bij de dichter zal blijven zolang hij in de onderwereld is. Ondanks deze belofte smijten de terugrennende bewoners van de stad de poort voor hun neus dicht. Ze moeten wachten op hulp.

Lees de andere bijdragen van het Dante project

Gedichten rond Canto 7

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van Rob Brouwer uit 2005.
Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Terugblik: Paradijs: Canto 22

Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. En loof ik ...