Dante en zijn 2 begeleiders bevinden zich in de omgang met de wellustigen. Ook hier valt Dante op met zijn echte lichaam in plaats van alle schijnlichamen waar de zon doorheen schijnt. Dante neemt als enige een schaduw met zich mee.
De vergelijkingen die de verteller in dit deel van de reis maakt, zijn overweldigend. De schimmen vertellen dat ze dorst hebben, meer dan mensen in Indië en Ethiopië. Hij komt 2 groepen wellustigen tegen, die tegen de natuur én degene die hun natuurlijke neigingen niet kunnen bedwingen. De groepen begroeten elkaar als mieren die elkaar met de kop beroeren als ze elkaar tegenkomen.
De voorbeelden van de 2 groepen, laten het contrast zien. De zondaars van Sodom en Gomorra tegenover de wellustige Pasiphaë die in de koe kroop om haar wellust te bevredigen bij de stier.
De vergelijking met de kraanvogels is poëzie op het hoogste niveau:
Als kranen, die deels naar ’t gebergte schoten Der Rife’ en deels waar de woestijnen blaken, Hetzij door vorst of hitte afstooten, Zag ‘k deezen gaan, die naderbij geraken |
Zoals de kraanvogels zijn deze zielen ook in tweestrijd. Ze vechten tegen de kou en tegen de hitte, maar moeten een keuze maken. De kraanvogels vliegen naar het Noorden en naar het Zuiden, zo splitsen de zielen zich in dit deel van de Louteringsberg. Het zijn die vergelijkingen die Dante zo mooi opvoert en heel soms zelfs doorzet.
Als de zielen uitgezongen en uitgehuild zijn, vragen ze hem wie hij is. Dante is de afgezand van alle levende zielen. Zijn ervaringen in de hel en nu op de louteringsberg zijn hier persoonlijk van aard:
Ik stijg langs deze weg omhoog om mijn blindheid kwijt te raken en het licht der waarheid te zien (vs – ; vert. Van Dooren) |
Gedichten rond Canto 26
Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl
Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van Rensburg uit 1908 en Frans van Dooren uit 1987. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten