En in 't kristal , dat draait om 's werelds rijken,
En dat den naam draagt van zijn dierbren heere,
Wiens leiding alle boosheid deed bezwijken,Ontwaar ’k, van goud, bestraald met licht dier sfere,
Een ladder, die zoo hoog is opgeheven,
Dat vrucht'loos zich mijn oog naar boven keere.Ook zie ik zulke glansen neder zweven,
Zijn treden langs , dat 'k dacht dat alle lichten
Des hemels daar bijeen gestort verbleven.Gelijk de kraaien al te zaâm, door 't zwichten
Voor haar natuurdrang, om de koude veeren
Te warmen, klepprend zich naar 't daglicht richten;Dan dezen weg gaan om niet meer te keeren,
En genen weder naar hun rustplaats zwieren,
Nog and'ren blijven en een kring formeeren,Zoo scheen mij 't zwermen hier der lichtstaffieren,
Wanneer zij zamen daagden, tot ze een trede
Zich ieder kozen om er heen te stieren. (Bohl, canto 21, vs 25-42)
Dante is zonder het te merken een sfeer hoger gekomen. Beatrice heeft hem gebracht in de sfeer van Saturnus. Het is de 7e hemel en ze zien hier een trap naar de hemel reiken. De trap is van goud, merkt de verteller op.
Lichttrap
Het beeld van de lichttrap naar de hemel, doet meteen denken aan de droom van Jacob die een ladder naar de hemel ziet. Zodoende heet het licht van de zon tussen de wolken naar beneden of omhoog ook jakobsladders. Vooral een jakobsladder die uit een wolk omhoog schijnt is prachtig om te zien. Het geeft extra hoop dat er meer is tussen hemel en aarde.
Ook bij Dantes reis door de hemel speelt het licht van de zon een belangrijke rol. En de vele zielen stralen ook allemaal. Het licht imponeert Dante terwijl hij de trap bestijgt met Beatrice. Overal vliegen zielen en de serafijnen.
Cirkelende lichten
De lichten draaien mooi om de sporten van de ladder, beschrijft de verteller. De vele zielen maken rondtrekkende bewegingen om Dante heen. Hij mag van Beatrice zijn vraag stellen aan een rondcirkelende ziel. Deze begint nog meer te draaien. De perfecte verwijzing naar de ringen die de planeet Saturnus om zich heen heeft draaien.
Dante vraagt zich af waarom hier niet gezongen of gelachen wordt. Heerst hier dan geen vrolijkheid? Het antwoord van de ziel is duidelijk: een sterveling als Dante kan het geluid van het zingen en lachen helemaal niet aan. Daarom hebben ze zich hier allemaal in stilzwijgen gehuld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten