woensdag 6 april 2016

Stadsgenoten: Divina Commedia: Hel: Canto 10

image

Dante en Vergilius lopen door de stad die ze pas binnen konden treden nadat de engel de poort opende. Dante ziet de vele geopende graven en zijn nieuwsgierigheid wint het van de eerdere angst. Vergilius vertelt dat hier de mensen liggen die niet geloofden dat er na de dood een leven zou zijn. Het zijn de aanhangers van de leer van Epicurus.

Maar Dante hoeft helemaal niet zelf in actie te komen. Terwijl hij in gesprek is met Vergilius, spreekt een stem uit een tombe. Het is een stadsgenoot, Farinata degli Uberti, uit het geslacht van Dantes tegenstanders, de Ghibellijnen.

Dan gebeurt er iets in het graf ernaast. Een schim rijst omhoog. Het is de vader van een vriend. Hij vraagt hoe het met zijn zoon is en waarom die niet met Dante mee is.

Het lijkt hier wel alsof de verteller zijn vriend een waarschuwing geeft. Als je je hier laat ingaan met die ketterse leer van Epicurus, dan treft je eenzelfde lot als je overleden vader. De man verdwijnt spoorslags in het graf en Dante ziet nog altijd de zelfverzekerde schim van zijn vijand uit het andere graf steken.

Hier krijgt Dante dan ook de voorspelling over zijn lot. De verteller speelt wel een spelletje met de tijd. Speelt het verhaal zich in de periode tussen Goede Vrijdag en een week na Pasen in 1300, Dante schrijft de Goddelijke komedie pas veel later. Zodoende kan hij zonder problemen een toekomstvoorspelling laten doen die klopt.

Dante is van slag als hij hoort dat hij verbannen zal worden uit zijn geboortestad. Hij zal er nooit meer naar terugkeren. Hier lees je de emotie die hem treft bij het horen van de ballingschap. Hij laat zijn vijand Uberti achter en loopt onthutst achter Vergilius aan.

‘Prent in uw geest, wat gij hier hebt vernomen
vam ’t kwaad, dat u bedreigt,’ beval de wijze
‘En geef nu acht (en hoog hief hij de vinger):
Wanneer ge eens staan zult in de stralen-schittring
van haar, wier heerlijke ogen alles schouwen,
zult ge ook van haar uw levensgang vernemen.’ (Canto X, 127-132, Christinus Kops)

Hij krijgt troost van de klassieke dichter, zijn voorbeeld. Zeker ook omdat deze Dante belooft dat hij verderop nog meer over zijn verdere levensloop zal horen. Er zullen nog meer profetieën volgen op Dantes reis door het hiernamaals.

Lees de andere bijdragen van het Dante project

Gedichten rond Canto 10

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van Christinus Kops, vijfde druk uit 1985.
Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Terugblik: Paradijs: Canto 22

Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. En loof ik ...