woensdag 15 juni 2016

Tovenaars en waarzeggers: Divina Commedia: Hel: Canto 20

image

De straf de waarzeggers en tovenaars in deze 4e ringgracht treft, is weer een mooie tegenstelling zoals vaker het geval is in Dantes Divina Commedia. Kijkt de waarzegger vooruit in de toekomst, in dit deel van de hel is de straf dat ze achteruit moeten lopen.

Hun hoofd zit omgekeerd op de romp, zegt de verteller. Het treft hem. Hij merkt dat hij emotioneel wordt. Het wordt hem teveel als hij deze zondaars hier jammerend ziet lopen. De verteller Dante spreekt de lezer hier ook rechtstreeks aan:

Zoo moge God U vrucht geven van Uw les.
O lezer, zoo denk dan bij Uzelven
Hoe ik ’t oog droog had kunnen houden,

Toen ik ons beeld hier van nabij
Zoo verdraaid zag, dat ’t geween der oogen
Het achterdeel besproeide bij de splitsing. (vs 19-24; Bremer)

Dante probeert zich vast te klampen aan de rotsblokken die dit stukje van de hel afschermen van de rest. Hij kan het niet meer aan. Bij al het leed dat hij eerder gezien heeft, best verwonderlijk. Het lijkt ook eerder dat hier een stukje Middeleeuwse humor speelt. Zo eentje waar Gerrit Komrij gek op was. De tranen van de zondaars vallen precies op de kont.

Vergilius haalt hem weer bij de les en wijst hem terecht. Laat die emotie varen en kijk goed wie je hier ziet. Het zijn niet de minsten. Hij wijst naar Manto, dochter van de Thebaanse ziener Tiresias. Ze heeft haar lange haren over haar borsten laten vallen en daarmee zit al het haar aan dezelfde kant van het lichaam.

Dan vertelt Vergilius hoe zijn geboortestad Mantua is ontstaan. Hier beschrijft de klassieke dichter Noord-Italiƫ, waaronder het Gardameer. Hij doet dit met veel liefde. Het verhaal eindigt dat de tovenares Manto een stukje moeras uitkiest om te kunnen wonen, zonder lastig gevallen te worden. Op dit stukje land midden in de moerassen zal uiteindelijk de stad Mantua verrijzen.

Tenslotte noemt Vergilius nog een trits tovenaars die ze zien. Maar ze moeten opschieten, eindigt de klassieke dichter. De tijd dringt, zegt hij met mooie verwijzingen naar de maan.

Lees de andere bijdragen van het Dante project

Gedichten rond Canto 20

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van Frederica Bremer uit 1943. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Terugblik: Paradijs: Canto 22

Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. En loof ik ...