woensdag 14 juni 2017

Visioenen: Divina Commedia: Louteringsberg: Canto 15b

Dante merkt opeens dat ze bij de 3e omgang zijn gekomen op de Louteringsberg. Het is de plek waar de toornigen zich louteren van hun aardse zonden. Dante wordt hier getroffen door een visioen, schrijft hij in dit gedeelte van de 15e Canto.

Hij ziet in de eerste 2 visioenen 2 vrouwen. De 1e vrouw is Maria, de moeder van Jezus, die opmerkt dat ze bezorgd was omdat Jezus alleen in de tempel verbleef. De 2e vrouw schaamt zich voor haar dochter Pisistratus.

Het 3e voorbeeld dat Dante te zien krijgt in zijn visioen, is de steniging van de eerste martelaar Stephanus. De citaten die de verteller geeft, komen uit de verhalen die hij hier opvoert.

Dante ontwaakt versuft uit het visioen. Hij voelt zich knap belabberd. Maar zoals alles in dit boek, heeft het zien van de 3 visioenen een doel. Vergilius legt het geduldig aan de Italiaanse dichter uit:

Dat visioen werd je getoond, opdat
Je oog kreeg voor het water van de vrede
Dat uit de springbron van de hemel spat.

Ik vroeg jou niet “Wat scheelt je?” om de reden
Waarom hij ’t vraagt die er geen oog voor heeft
Dat iemand het bewustzijn is ontgleden,

Maar slechts opdat het je weer krachten geeft;
Zo prikkelt men de tragen die nog dralen,
Terwijl hun geest, die sliep, al is herleefd.’ (vs 130 – 139, vert. Cialona en Verstegen)

Vergilius geeft uitleg waarom Dante deze 3 voorbeelden te zien kreeg. Het moet hem kracht geven om verder te gaan. Dat Vergilius aan Dante de vraag stelt wat hem mankeert, is juist om hem wakker maken uit de visioenen.

Dit Canto eindigt met een cliffhanger: Dante en Vergilius zien een inktzwarte rookwolk in hun richting drijven…

Gedichten rond Canto 15

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van Ike Cialona en Peter Verstegen uit 2000. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Terugblik: Paradijs: Canto 22

Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. En loof ik ...