woensdag 26 juli 2017

Begerige valk: Divina Commedia: Louteringsberg: Canto 19a

Ook de 19e canto opent met een droom. De dromende Dante ziet een stotterende vrouw die niet echt knap is. Ze loenst, loopt kreupel, heeft stompjes van handen en ziet er lijkbleek uit. Ze is een Sirene. Hiermee vergelijkt Dante zijn reis door het hiernamaals met de reis die Ulixus maakt in Homerus’ Ilias.

De sirenen bezorgden de held van de Ilias hoofdbrekens. Hoe kon hij in hemelsnaam voorbij deze verleiders komen? Dante vermoedt hier overigens iets dat niet in Homerus werk voorkomt. Dat komt omdat hij het belangrijkste werk van Homerus alleen maar kende uit de overlevering en niet rechtstreeks.

Gelukkig brengt een andere vrouw Dante uit zijn benarde positie. Ze wijst Vergilius op de andere, misleidende vrouw. De Romeinse dichter grijpt in en scheurt de kleren van de sirene open. Er verspreidt zich meteen een ondraaglijke stank, vertelt Dante.

Pas dan wordt Dante wakker. Vergilius heeft hem al 3 keer geroepen. Ze moeten verder, door de uitgang. Ze worden geholpen door een lieflijke stem. Een stem zo zacht, die je als levende nooit zo hoort, zegt de verteller Dante. Het is een engel die meteen de 4e P van Dantes voorhoofd wist. Ze kunnen via de trap tussen de rotswanden verder naar de 5e omgang.

Al klimmend vraagt zijn Latijnse voorbeeld aan Dante wat hij toch zit te piekeren. Het is de droom die hij zojuist heeft gehad. Wat beeld alles toch uit. Vergilius legt het met een engelengeduld aan de aardse dichter uit. Hij heeft de heks gezien, maar ook meteen hoe je je van haar bevrijdt. Vergilius vindt dat Dante het met deze uitleg moet doen. Ze moeten door.

Dan is er weer zo’n prachtige vergelijking:

Gelijk de valk, die eerst op de voeten rondschouwt, voorts zich draait naar den kreet [des valkeniers] en zich uitstrekt, door de begeerte naar het voeder, dat hem daar lokt;
zóó maakte ik mij zelven, en zóó, over zoo groten afstand als waarover de rots zich splijt om doorgang te geven aan wie naar boven gaat,
ging ik verder tot daar waar men weer het rondgaan krijgt. (vs 64 – 69; vert. Boeken)

De roep van de valkenier lokt de valk om het voedsel te mogen halen. Staat Dante eerst nog bij het aardse stil, hij laat zich weer lokken door de belofte van de volgende omgang. Hij vliegt begerig op naar het volgende doel van zijn reis: naar de hebzuchtigen. Vanzelfsprekend zal hij hier weer een paar interessante zielen ontmoeten.

Gedichten rond Canto 19

Lees meer op wolkenhemel.blogspot.nl

Literatuur
De hier gebruikte vertaling is van Boeken uit 1907. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Terugblik: Paradijs: Canto 22

Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. En loof ik ...