dinsdag 15 november 2022

Iedereen gelijk: Paradijs: Canto 3

"Broeder, onzen wil bevredigt
  De kracht der liefde, die ons doet begeeren
  Slechts wat wij hebben, en niet naar iets anders doet dorsten.

Wanneer wij verlangden hooger te zijn,
  Dan waren onze begeerten niet in harmonie
  Met den wil van Hem, die ons hier heeft beschikt;

Wat, naar gij zien zult, niet kan zijn in deze cirkels,
  Als onvermijdelijk wij hier leven in liefde,
  En gij den aard daarvan welbeschouwt.

Neen, het is het wezen van dit zalige zijn,
  Dat wij ons houden binnen den goddelijken wil,
  Waardoor onze eigen willen geheel één worden.

Zoodat, gelijk wij zijn van drempel tot drempel
  In dit rijk, het aan 't heele rijk behaagt,
  Gelijk aan den Koning die naar Zijn wil onzen wil richt;

En Zijn wil is onze vrede:
  Hij is die zee, waarnaar zich alles beweegt
  Wat hij schept, en wat de natuur maakt." (Bremer, Canto III, vs 70 - 87)

Dante mag zich voorstellen aan de mensen die in deze kring zijn. Hij moet goed kijken, het lijkt of hij in een spiegel kijkt. Als hij zich omdraait ziet hij de mensen niet meer. Beatrice legt de dommerik uit dat de spiegelende wezens die hij ziet en die op parels lijken, de echte wezens zijn. 

Verlangen

De schaduwen van de wezens die hij ziet, zijn de overledenen die hier leven. Meteen stelt Dante een domme vraag aan de eerste de beste die hij tegenkomt. Ben je wel tevreden hier of zijn er nog betere stukken van de hemel waarnaar je verlangt. Kortom: zit je wel genoeg in hogere sferen.

Het is Piccarda aan wie hij zijn vraag heeft gesteld. Ze straalt één en al blijheid uit en antwoordt hem vanuit dezelfde blijmoedigheid. Dommerik, wij zijn hier één en al hemelse liefde. Wij verlangen niet naar meer, maar zijn tevreden met wat we nu hebben.

Volmaakte harmonie

Hier in de hemel heerst de volmaakte harmonie. En dan mag het misschien wel lijken dat er wat hogerop meer sfeer te behalen is, voor Piccarda is het prima hier. Ze is niet bezig met meer. Ze is in het hier en nu en geniet van haar zaligheid.

Als Dante even later nog de non Constantia spreekt, vertelt ze iets over haar verleden. Hoe ze als non is weggehaald uit het klooster. Maar haar liefde voor God overwon. Ze is uitgepraat, draait zich om en verwijdert zich van Dante, al zingend het Ave Maria. 

spiegelbeelden
verschijnen en verdwijnen
geesten van geluk

Literatuur

De hier gebruikte vertaling is van Frederica Bremer uit 1943. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Naar believen wissel ik de citaten af uit deze enorme hoeveelheid vertalingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Terugblik: Paradijs: Canto 22

Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. En loof ik ...