Ik blikte omlaag door alle zeven sferen,
en toen ik de aardbol zag heel in de diepte,
zo klein en zo gering, glimlachte ik even.En loof ik hem, die al het goed der wereld
voor niets beschouwt; 'n wijze is in mijn ogen
hij die met ziel en zinnen streeft ten hemel. -Latona's dochter zag 'k in gloed ontstoken,
vrij van de vlekken, die mij oorzaak waren,
dat ik eens dacht aan ijle en dichte stoffen.En, Hyperioon," bier kon ik verdragen
't licht van uw Zoon; en 'k zag hoe zich bewogen
rondom hem en dichtbij, Dione en Maja.En ook verscheen mij tussen Zoon en Vader
de milde Jupiter; en 't werd mij helder,
hoe wij omlaag hun plaats vaak zien verandren.En alle zeven deden zij me blijken,
hoe groot ze zijn en met wat spoed ze wentlen
en welk 'n afstand alle houdt gescheiden. (Kops, canto 22, 133-150)
In de hemelsfeer van Saturnus ontmoet Dante de oprichter van de benedictijnerkloosters, Benedictus van Norcia. De man moppert over de teloorgang van het kloosterleven in de tijd van Dante.
Roversholen
De kloosters zijn roversholen geworden waar de pijen van monniken, zakken zijn geworden om meel te dragen. De nederigheid waarmee hij en vele anderen zijn begonnen, is verruild voor hebzucht en begeerte. Terwijl alles wat de kerk toebehoort, van de armen is.
Een goed voornemen op aarde is sneller weg dan dat een kiemende eikel erover doet om een vruchtdragende boom te worden. Een prachtige vergelijking van de kloostervader.
De ladder op
Benedictus vertelt Dante ook waar de ladder hem zal brengen: in de sfeer van de sterren. Daarom kan hij het einde niet zien. Dante straalt helemaal uit dat hij de ladder wil gaan bestijgen. Een wenk van Beatrice is genoeg om haar achterna te gaan omhoog.
Ondanks zijn sterfelijkheid merkt Dante dat hier alles goed kan zien en volgen. Zijn leidsvrouw vertelt hem dat hij zo dicht bij God is, dat zijn blik aan helderheid en scherpte wint.
Uitzicht
Daar bovenaan de ladder hebben ze een uitzicht, waar menig ruimtereiziger jaloers op zal zijn. Dante ziet de aardbol. Inderdaad een bol. Van Cicero heeft Dante geleerd dat de aarde rond is en als een bol door het heelal zweeft. Hij ziet de maan bij de aarde, zonder de vlekken die hem eerder opvielen. Ook ziet hij de andere planeten en sferen waar hij net geweest is: saturnus, jupiter, mars, de zon, venus en mercurius.
Een ruimtelijke blik meer dan 6 eeuwen voor een mens in de ruimte is geweest.