dinsdag 28 maart 2023

Terugblik: Paradijs: Canto 22

Ik blikte omlaag door alle zeven sferen,
en toen ik de aardbol zag heel in de diepte,
zo klein en zo gering, glimlachte ik even.

En loof ik hem, die al het goed der wereld
voor niets beschouwt; 'n wijze is in mijn ogen
hij die met ziel en zinnen streeft ten hemel. -

Latona's dochter zag 'k in gloed ontstoken,
vrij van de vlekken, die mij oorzaak waren,
dat ik eens dacht aan ijle en dichte stoffen.

En, Hyperioon," bier kon ik verdragen
't licht van uw Zoon; en 'k zag hoe zich bewogen
rondom hem en dichtbij, Dione en Maja.

En ook verscheen mij tussen Zoon en Vader
de milde Jupiter; en 't werd mij helder,
hoe wij omlaag hun plaats vaak zien verandren.

En alle zeven deden zij me blijken,
hoe groot ze zijn en met wat spoed ze wentlen
en welk 'n afstand alle houdt gescheiden. (Kops, canto 22, 133-150)

In de hemelsfeer van Saturnus ontmoet Dante de oprichter van de benedictijnerkloosters, Benedictus van Norcia. De man moppert over de teloorgang van het kloosterleven in de tijd van Dante. 

Roversholen

De kloosters zijn roversholen geworden waar de pijen van monniken, zakken zijn geworden om meel te dragen. De nederigheid waarmee hij en vele anderen zijn begonnen, is verruild voor hebzucht en begeerte. Terwijl alles wat de kerk toebehoort, van de armen is. 

Een goed voornemen op aarde is sneller weg dan dat een kiemende eikel erover doet om een vruchtdragende boom te worden. Een prachtige vergelijking van de kloostervader.

De ladder op

Benedictus vertelt Dante ook waar de ladder hem zal brengen: in de sfeer van de sterren. Daarom kan hij het einde niet zien. Dante straalt helemaal uit dat hij de ladder wil gaan bestijgen. Een wenk van Beatrice is genoeg om haar achterna te gaan omhoog. 

Ondanks zijn sterfelijkheid merkt Dante dat hier alles goed kan zien en volgen. Zijn leidsvrouw vertelt hem dat hij zo dicht bij God is, dat zijn blik aan helderheid en scherpte wint.

Uitzicht

Daar bovenaan de ladder hebben ze een uitzicht, waar menig ruimtereiziger jaloers op zal zijn. Dante ziet de aardbol. Inderdaad een bol. Van Cicero heeft Dante geleerd dat de aarde rond is en als een bol door het heelal zweeft. Hij ziet de maan bij de aarde, zonder de vlekken die hem eerder opvielen. Ook ziet hij de andere planeten en sferen waar hij net geweest is: saturnus, jupiter, mars, de zon, venus en mercurius.

Een ruimtelijke blik meer dan 6 eeuwen voor een mens in de ruimte is geweest.

de laatste trede
geeft het uitzicht overzicht
hoe kwetsbaar wij zijn

Literatuur

De vertaling hierboven is van C. Kops uit 1930. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Ik varieer de citaten uit de vertalingen die ik bezit in boekvorm of digitaal.

dinsdag 21 maart 2023

Trap: Paradijs: Canto 21

En in 't kristal , dat draait om 's werelds rijken,
En dat den naam draagt van zijn dierbren heere,
Wiens leiding alle boosheid deed bezwijken,

Ontwaar ’k, van goud, bestraald met licht dier sfere,
Een ladder, die zoo hoog is opgeheven,
Dat vrucht'loos zich mijn oog naar boven keere.

Ook zie ik zulke glansen neder zweven,
Zijn treden langs , dat 'k dacht dat alle lichten
Des hemels daar bijeen gestort verbleven.

Gelijk de kraaien al te zaâm, door 't zwichten
Voor haar natuurdrang, om de koude veeren
Te warmen, klepprend zich naar 't daglicht richten;

Dan dezen weg gaan om niet meer te keeren,
En genen weder naar hun rustplaats zwieren,
Nog and'ren blijven en een kring formeeren,

Zoo scheen mij 't zwermen hier der lichtstaffieren,
Wanneer zij zamen daagden, tot ze een trede
Zich ieder kozen om er heen te stieren. (Bohl, canto 21, vs 25-42) 

Dante is zonder het te merken een sfeer hoger gekomen. Beatrice heeft hem gebracht in de sfeer van Saturnus. Het is de 7e hemel en ze zien hier een trap naar de hemel reiken. De trap is van goud, merkt de verteller op.

Lichttrap

Het beeld van de lichttrap naar de hemel, doet meteen denken aan de droom van Jacob die een ladder naar de hemel ziet. Zodoende heet het licht van de zon tussen de wolken naar beneden of omhoog ook jakobsladders. Vooral een jakobsladder die uit een wolk omhoog schijnt is prachtig om te zien. Het geeft extra hoop dat er meer is tussen hemel en aarde.

Ook bij Dantes reis door de hemel speelt het licht van de zon een belangrijke rol. En de vele zielen stralen ook allemaal. Het licht imponeert Dante terwijl hij de trap bestijgt met Beatrice. Overal vliegen zielen en de serafijnen.

Cirkelende lichten

De lichten draaien mooi om de sporten van de ladder, beschrijft de verteller. De vele zielen maken rondtrekkende bewegingen om Dante heen. Hij mag van Beatrice zijn vraag stellen aan een rondcirkelende ziel. Deze begint nog meer te draaien. De perfecte verwijzing naar de ringen die de planeet Saturnus om zich heen heeft draaien.

Dante vraagt zich af waarom hier niet gezongen of gelachen wordt. Heerst hier dan geen vrolijkheid? Het antwoord van de ziel is duidelijk: een sterveling als Dante kan het geluid van het zingen en lachen helemaal niet aan. Daarom hebben ze zich hier allemaal in stilzwijgen gehuld.

oneindig ver hoog
rijgen draaiende zielen
wolkjes goud aaneen

Literatuur

De hier gebruikte vertaling is van J. Bohl uit 1884. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Ik wissel de citaten af uit deze vertalingen.

dinsdag 14 maart 2023

Pratend oog: Paradijs: Canto 20

En gelijk 'n geluid aan den hals van den cither
zijn klanking krijgt en de wind, die er in blaast,
aan de opening van de schalmei;
Aldus, zonder vertoef te dulden,
steeg dit gemurmel bij den arend
naar boven door zijnen hals, als waar die hol.
Daar vormde het 'n stem en kwam vandaar voort
langs den bek in den vorm van woorden,
zooals het hart die verwachtte, waarin ik ze grifte.
"Dat deel van mij, dat ziet en de zon verduurt
bij sterfelijke arenden, begon het mij,
moet gij nu zorgvuldig bezien.
Want van de vuren, waarmee ik mijn gestalte beeldde,
zijn die, waar 't oog in mijn hoofd van schittert,
de hoogsten van al hun rangen
Hij, die in 't midden als oogappel blinkt,
was de zanger van den Heiligen Geest,
die de ark overbracht van stee tot stee." (Van Delft, canto 20, vs 22-39)

De adelaar van de vorige canto is nog steeds bij Dante. De verteller vergelijkt wat er nu gebeurt met de hals van de luit waarin het geluid vormt. Het blaast er uiteindelijk uit zoals aan het uiteinde van de schalmei. De enorme roofvogel begint te praten. 

Diep in het oog

De dichter kijkt het dier diep in een oog aan. De vogel is met een kant naar hem gekeerd. Een roofvogel kijkt met elk oog een eigen kant op. Bovendien geloven de mensen in Dantes tijd is de adelaar een heilig dier. Het kan tegen de zon in kijken zonder verblind te raken.

In het oog zitten 6 zielen verscholen. In de pupil zit de Joodse koning David. De 5 anderen vormen de boog onder de wenkbrauw, zegt het oog tegen Dante. Het zijn geen onbekenden: keizer Trajanus, Ezechias, keizer Constantijn de Grote, Willem II van Hauteville en Ripheus van Troje. Een bijzondere mix van 'gelovigen' en 'ongelovigen'.

Leeuwerik

De vergelijking met de leeuwerik vind ik een treffende vergelijking in deze canto. Het is een bijzondere vogel die in zijn liefdeszang hoog naar de hemel klimt en zich al zingend zo tot een paar 100 meter naar beneden laat vallen. Zoals de leeuwerik omhoog klimt, zo raakt ook Dante bevangen van de liefde van God.

Het onderwerp sluit mooi aan bij de discussie die hij in het vorige vers oproept. De verteller neemt hier best een afwijkend standpunt in, maar wel voorzichtig. God kan ook de heidense en ongelovige zielen redden in zijn oneindige goedheid.

Vroeger of later

De adelaar zegt hem dat deze vermeende heidenen weldegelijk in Hem, die aan het kruis hing. Niet altijd in lijn met de menselijke tijd is dat gebeurt. Sommigen waren later, anderen veel eerder. Er zijn helden die al voor Jezus' komst vervuld zijn van zijn verlossing. 

Overigens is het een heel handige zet van de schrijver Dante om vooral zijn personages deze dingen te laten zeggen. Zoals de adelaar die hier spreekt. Een van vele duizenden zielen samengesteld wezen, met 6 koningen in 1 oog.

uit de lange hals
snateren de woorden los
de koning knipoogt

Literatuur

De hier gebruikte vertaling is van A.J.H. van Delft uit 1921. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Ik varieer de citaten uit de vertalingen die ik bezit in boekvorm of digitaal.

dinsdag 7 maart 2023

Sprekende adelaar: Paradijs: Canto 19

Er is geen licht dat niet uit klaarte komt
die nooit betrekt. Eer is er duisternis
of schaduw van het vlees of zijn venijn.

Zeer ver is jou de schuilplaats nu geopend
die levende Gerechtigheid verborg
voor jou, waarnaar jij zo vaak hebt gevraagd.

Want jij zei steeds: 'Als aan het Indusstrand
een mens geboren wordt waar niemand is
die over Christus spreekt of leest of schrijft,

en alles wat hij wil en doet is goed,
zover 't verstand der mensen dat kan zien,
in woorden of in daden zondenloos,

die sterft zonder geloof en zonder doop, waar is
dan de gerechtigheid die hem verdoem
waar is dan de schuld, als hij 't geloof niet heeft?'

En wie ben jij, die op de stoel wilt zitten
om recht te spreken vanaf duizend mijl
met blik kort als de spanne van een hand? (Jansen, canto 19, vs 64-81)

De adelaar die is samengesteld van lichtende zielen begint tegen Dante te spreken. Hij is hier in de hemelsfeer van Jupiter. De adelaar is een uiterst mystiek dier. Zo hoog als hij weet te vliegen, brengt hem dichter bij God dan de mens. 

De adelaar staat dichtbij de zielen van de overledenen. Het maakt hem tot een mystiek wezen. Hij is daarmee een intermediair tussen God en de mens. Voor Dante is het de stem uit het hiernamaals die hij hoort spreken tot hem.

Warme gloed

Ook hier hanteert de verteller weer een vergelijking met het vuur. De gloeiende kolen op het vuur geven niet ieder een losse warmte, maar vormen samen een warme gloed om aan te warmen.

De adelaar spreekt als 1 persoon tot Dante. De duizenden zielen waaruit hij bestaat, worden tot 1 wezen. De adelaar haalt hier een lastig onderwerp aan. Veel gelovigen worstelen met deze vraag: hoe moet het eigenlijk met de mensen die zo ver weg wonen, zoals aan de rivier de Indus in India. 

Gered

Zijn deze mensen wel gered? Ze kennen immers Jezus en zijn zaligmakende evangelie niet. Voor Dante is dit het uiterste puntje van de wereld. Die mensen weten van God noch gebod. Hoe moet dat verder met hen?

De adelaar bedient zich hier van een heel sterk mechanisme om de vraagt te beantwoorden. Hij stelt een vraag terug. Waarom vraag je dit? Hoe durf je te vragen, jij kleine snotkietel. Je bemoeit je met iets waar je geen verstand van hebt. Hoe kun je van duizenden kilometers afstand oordelen over deze mensen terwijl je invloed niet verder reikt dan je hand?

de adelaar vliegt
over mij hoog in het zwerk
klein nietig wezen

Literatuur

De hier gebruikte vertaling is van Herman Jansen uit 2021. Dit is de laatst verschenen vertaling in het Nederlands. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen.

dinsdag 28 februari 2023

Hoe hoger hoe mooier: Paradijs: Canto 18

Ik wende mij toen rechts, om Beatrix,
door haar woorden of gebaren,
te vernemen wat mijn plicht was.
En ik zag haar oog zo zuiver en zo blijdzaam,
dat haar aanschijn al het andere en haar eigen
vorig aanschijn overtrof.
Zoals de mens, van dag tot dag meer
vreugde smakend in het oefenen van het goed,
bemerkt dat zijn deugd vooruitgaat,
Zo bemerkte ik aan het schoner worden
van dat wonder, dat mijn wenden,
samen met de hemel, groter was van omtrek.
En zoals het aanschijn van een vrouw,
dat van de last der schaamte ontlast wordt,
in een ogenblik van rood tot wit weer wordt,
Zo verscheen zij in mijn ogen, door de zachte
glans der zesde ster, die wit is en ons in haar
schoot ontvangen had. (Haghebaert, Canto 18, 52-69)

Dante luistert naar het vervolg van het verhaal van zijn bet-overgrootvader Cacciaguida. Het gaat over wie hier nog meer allemaal zijn in deze hemelsfeer van Mars. Hij hoort van Karel de Grote, Jozua en Godfried van Bouillon. Allemaal mensen die hebben gestreden voor het geloof.

Als zijn verre voorvader uitgesproken is, keert hij terug naar het koortje dat aan het zingen is. Er klinkt een loflied tot God en Dante kijkt naar Beatrice. Hij ziet al kijkend naar haar dat ze steeds mooier wordt. Hij raakt betoverd door haar schoonheid.

Andere hemelsfeer

Met toenemen van Beatrices schoonheid komen ze weer in een andere hemelsfeer: die van jupiter. De verteller schrijft over de schoonheid van Beatrice in de vorm van witheid. Hij vergelijkt het hoe ze als ze ongesteld is geweest weer wit wordt. Hier schuilt ook de reinheid en misschien ook wel de vruchtbaarheid.

Het is de vergelijking met de kleuren van de planeten Mars en Jupiter, rood en wit. Een mooi poëtisch effect dat de verteller hier oproept. Net als de verwijzing naar de vrouwelijke schoot. Elementen die bij Jupiter horen, de vonken van de liefde die telkens toenemen hoe hoger Dante met Beatrice komt. Zij is voor hem de graadmeter. Zij spreekt de taal die hij verstaat. Onontbeerlijk hier in de hemel als sterveling.

Adelaar

Ook hier vergelijkt Dante het licht met opspattende vonken van het vuur. Zijn het in de eerdere canti de opspattende vonken in het gloeiende vuur. In dit deel van de hemel gaat het er wat ruiger aan toe. Uit de presentatie van de letters vormen de zielen met hun lichtjes samen een adelaar.

je ziet haar ogen
glinsteren voor wat er komt
steeds een tint voller

Literatuur

De hier gebruikte vertaling is van Haghebaert, herzien en ingeleid door Rob Antonissen in 1947. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Ik wissel de citaten af uit deze vertalingen.

dinsdag 21 februari 2023

Blik in de toekomst: Paradijs: Canto 17

De glans waar ik mijn schat in mocht ontdekken
Glimlachte, daarna met een luister schijnend
Als zonnestralen in guldspiegel wekken; 

Zei dan: 't Geweten, in een walm verdwijnend
Die rijst uit eigen of uit andrer breuken,
Vindt zonder twijfel uw ervaring schrijnend. 

Nochtans, laat leugen niet uw uiting kreuken:
Volledig moet ge uw schouw in woorden groeven;
En krabben moog' zich elk waar 't hem zal jeuken. 

Want zoo uw spreken bij het eerste proeven
Pijnlijk zal zijn, zoo zal wie het verteerde
Geen beter voedsel voor zijn geest behoeven. 

Uw kreet drukt als de wind de toppen neer, de
Hoogste, die heel lang stegen eer ze vielen;
En daarom roemt me' u: zie hoe hij zich eerde. 

Daarom vertoonden zich in deze wielen
En op de berg en in de donkre holen
U heel geen andre dan beroemde zielen; 

Want hoorders willen niet naar reednen dolen
Of voorbeelden die, aan een plant gelijkbaar,
Hun wortels hebben lichtloos en verscholen, 

Noch naar bewijzen onklaar en onblijkbaar. —  (Verwey, canto 17, vs 121-142)

De verteller speelt hier een fijn staaltje vertellerskunst. Dante vraagt namelijk aan zijn verre voorvader of hij iets kan vertellen over de toekomst. Cacciaguida kan zoals anderen in de hemel vooruit kijken. Het besef van tijd is weggevallen in de hemel. Daarom kan Dantes bet-overgrootvader iets zeggen over wat er met Dante gebeurt in de toekomst.

Het spel is wel heel geraffineerd. Zeker omdat het boek zo oud is dat je vergeet dat het werk speelt in het jubeljaar 1300, terwijl dit laatste deel het Paradijs pas in 1321 verschijnt. Zo kan de verteller spelen met de toekomst van Dante.

Verbanning

De Goddelijke komedie verschijnt na Dantes verbanning uit Florence. Het verdriet van deze verbanning is voor de schrijver Dante wel een enorme drijfveer geweest om dit werk uit te brengen. De oproep van zijn voorvader voert dit spel verder door. 

Cacciaguida drukt Dante op het hart om wat hij hier nu meemaakt in het hiernamaals verder te vertellen. Vertel het door. Wat daarbij extra helpt is dat de mensen die de verteller Dante in zijn verhaal opvoert allemaal bekenden zijn. Daarmee sluit het goed aan bij de beleveniswereld van de lezer.

Na 700 jaar

Wat de schrijver Dante niet had durven hopen is dat het boek 7 eeuwen later - inderdaad 700 jaar later - nog altijd ongekend populair is. De Divina Commedia geldt als een meesterwerk van de westerse wereldliteratuur. Over de hele wereld zijn er mensen geraakt door dit boek. Mensen zijn geïnspireerd en maken muziek, verhalen, gedichten, schilderijen. 

Ze ontwerpen zelfs schoenen allemaal omdat de Goddelijke komedie ze zo weet te raken. Dit heeft zelfs Cacciaguida niet in de gaten. Daar valt de verteller ook door de mand. Misschien had Dantes verre voorvader beter kunnen waarschuwen niet teveel naast zijn schoenen te lopen en dicht bij zichzelf te blijven.

Bij de kladden

Heel veel namen zijn ons nu niet meer bekend en toch grijpt dit boek zo velen bij de kladden. Daarom klopt het niet helemaal wat Cacciaguida vertelt. De kracht van dit meesterwerk zit hem niet in de namen, maar wel in de daden. En boven alles in het leed dat door alle naden en kieren van dit boek sijpelt.

de voeten stappen
uit het hete hellevuur
zo richting hemel

Literatuur

De hier gebruikte vertaling is van Albert Verweij uit 1923. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Naar believen wissel ik de citaten af uit deze enorme hoeveelheid vertalingen.

dinsdag 14 februari 2023

Het oude Florence: Paradijs: Canto 16

'Beminde eersteling van mijn geslacht,
vertel me wie ú voorging, welke jaren
men schreef ten tijde van uw vroege jeugd.

Wil mij vertellen van Johannes' schaapskooi:
hoe groot die was, en welke mensen toen
daarin de hoogste zetels machtig waren.' 

Zoals, bij 'n windzucht, in het vuur ineens
een kooltje opgloeit, zo zag ik dat het licht ook
prompt helder worden toen 'k zo innig sprak.

Maar niet alleen bood hij een schoner aanblik,
zijn stem klonk milder ook, die zacht begon
(maar hij sprak zo als wij nu niet meer spreken): (Brouwer, Canto 16, vs 22-33)

Dante vraagt zijn bet-overgrootvader Cacciaguida om te vertellen over het Florence van zijn jeugd, bijna 2 eeuwen eerder. Johannes' schaapskooi verwijst naar Johannes de Doper, de beschermheilige (herder) van de stad. De beschrijving die dan volgt over de tinteling in de ogen van zijn verre voorvader, de vader van zijn overgrootvader.

Kooltje in het vuur

Van zo'n vergelijking, dat Cacciaguida's ogen beginnen te tintelen zoals de kooltjes van een vuur dat zachtjes smeult oplaaien bij een zuchtje wind. zijn verre voorvader vertelt Dante het verhaal van het Florence uit zijn jeugd. Het zijn meteen de verhalen van de stad die ontbranden.

De liefde voor Florence en het verdriet om voor altijd verbannen zijn uit zijn geboortestad, is wel hét Leidmotief in de Goddelijke komedie. Kregen in de Hel nog heel veel Florentijnen ervan langs. De verteller gebruikt het onderliggende verdriet goed om in zijn voordeel God allerlei mensen te laten veroordelen. Bijna tot op het niveau van de frustratie.

Liefde voor Florence

Hier gebeurt dat niet. Hier spreekt de liefde voor een stad uit. De mensen die er wonen, komen uitvoerig voorbij. Ook de geschiedenis hoe het allemaal is geworden tot wat het nu is. Daarbij spreekt ook minder de wroeging zoals die in de hel wel naar voren komt. 

Cacciaguida zegt dat het met het geld net zo gaat als met eb en vloed. Het water komt en gaat. Soms bedekt het een stukje van het strand, andere keren moet dat stuk strand water ontberen. Zo schuift de macht ook tussen de families door.

En dan mag je misschien last hebben van die arrogante clan die nu heerst, het is als met een draak. Zodra je je tanden aan hem laat zien, wordt hij zo mak als een lammetje. 

de rivier verbindt
aderen van vaderen
stromen verleden

Literatuur

De vertaling hierboven is van  Rob Brouwer uit 2002. Er zijn vele vertalingen van Dantes meesterwerk in het Nederlands verschenen. Ik varieer de citaten uit de vertalingen die ik bezit in boekvorm of digitaal.

Terugblik: Paradijs: Canto 22

Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. En loof ik ...