Maar, opdat gij al de wensen die bij dezekring ontstaan zijn in uw geest, geheel voldaanzoudt mededragen, moet ik u toch iets zeggen.Gij begeert te weten wie er in dit licht is,dat hier nevens mij zo glanzend vonkeltals een zonnestraal in zuiver water.Weet dus dat daar binnen Rahab rust,die, hier met ons verenigd, in de hoogstegraad bestempeld werd door deze hemel— Waar de schaduw eindigt van uwondermaanse wereld —, eer nog enige andere zielwerd meegenomen in de zegetocht van Christus.Het betaamde toch haar in een hemel te verheffen,als een palmtak van de grote zegepraal die Hijmet bei zijn palmen had gewonnen,Aangezien zij de eerste zegepraal bevorderdhad van Josua in het Heilig Land,waaraan de paus nog weinig denkt. (Haghebaert, Canto 9, vs. 109-126)
dinsdag 27 december 2022
Rachab: Paradijs: Canto 9
dinsdag 20 december 2022
Venus: Paradijs: Canto 8
Van haar, aan wie ik d'aanvang kon ontleenen,Kon men den naam aanwenden voor de sterre,Wier achterhoofd of brauw de Zon beschenen.Dat 'k in haar steeg, bleef van mijn aandacht verre,'t Geloof er in te zijn, heeft mij geschonkenMijn Donna, naar wie — schooner — d'ooge' opsperren.En naar men boven vlam ontwaart de vonken,Een stem uit koor ons méér zijn klank doet blijken,Als één rekte' en van d' and're trillers klonken,Zag in dit licht ik andr'e lichtjes strijken,Die sneller, trager gaand' in kring ons pralen,Al naar hun blikken -meen 'k - in 't Eeuw'ge reiken. (Rensburg, Canto 8, vs 10-21)
Liefdespijlen
Ongekende schoonheid
Iedereen anders
Literatuur
dinsdag 13 december 2022
De 4 elementen: Paradijs: Canto 7
Gij zegt: ik zie al de elementen aanVerderf ten prooi, het vuur, de lucht, het waterEn de aarde; en allen duren slechts een tijd;En allen zijn toch scheps'len, en zij moestenDus vrij zijn van verderf. 't Land, waar gij zijt,Zoo rein, en de Eng'len, broeder! zij slechts kunnenGeschapen heeten in volmaakt bestaan;Maar de elementen die gij noemt en wat erAl meer uit voortspruit, vorm ontleenen ze aanGeschapen kracht, geschapen is hun stof, ookDe kracht, die vorming aan de sterren geeft.De ziel van dier en plant trekt uit verbindt'nis,Waarin zij met de heil'ge lichten leeft,Straal en beweging. Maar de hoogste GoedheidStort zonder middel u uw leven in,En hare liefde mee , zoodat gij steeds verlangenNaar haar gevoelt. (Thoden Van Velzen, Canto 7, vs 104-120)
Eeuwen afgetobd
Tijdelijk en eeuwig
4 elementen
Literatuur
dinsdag 6 december 2022
Harmonie: Paradijs: Canto 6
Meermalen hebben kindren moeten rouwen
Om 't kwaad van vaders, en hij moet niet meenen
Dat om zijn lelies God terug zal schouwen.Op deze kleine ster wonen degenen
Die door hun daden trachtten te verkrijgen
Een eer die met de faam zich zou vereenen.Maar als op aard begeerten zijwaarts neigen
Van 't rechte pad, dan voegt het dat de stralen
Van ware liefde minder krachtig stijgen.Doch als zich elks belooning zal bepalen
Naar zijn verdiensten, moet het ons verheugen
Waar tusschen bei gelijkheid niet zal falen.Gerechtigheid stort dan in ons de teugen
Van haar zoet leven, zoodat nooit kan wonen
In ons de dorst naar dingen die niet deugen.Verscheiden stem maakt ginder zoete tonen;
Zoo vormen zoete harmonie van rangen
Tusschen de sterren de verscheiden tronen.Binnen de parel die ons houdt omvangen
Licht ook het licht van Romeo, wie zijn daden,
Zoo groot en schoon, slecht loon deden erlangen. (Verweij, Canto 6, vs 109-129)
De Romeinse keizer Justianus is uitvoerig aan het woord in deze canto. Het is eigenlijk een monoloog van hem. Dante heeft in eerste instantie nog niet in de gaten wie er tegenover hem staat, maar het gaat om een christelijke keizer.
Inlaten
In het betoog komt ook een waarschuwing naar voren; de welven in Florence moeten zich niet teveel inlaten met de Fransen. Daar komt narigheid van. Justianus vergelijkt alle toestanden in zijn tijd met wat er nu speelt. Een geschiedenis van heersers die zich er niet voor schamen om mensen uit de weg te ruimen.
Vervolgens introduceert Justianus de volgende spreker, Romieu de Villeneuve. Deze hoveling heeft een zwervend en bedelend bestaan geleid. Een overeenkomst met Dante die vanwege zijn kritische houding ook voor altijd uit zijn geliefde Florence is verbannen.
Kleine sterren
In de introductie die Justianus over deze man geeft, treft de vergaande vergelijking met een ster. Het zijn de kleine sterren, nauwelijks zichtbaar en ook snel verdreven, die de fouten van vader en zonen proberen goed te maken. De stralen van ware liefde dringen minder snel tot in de hoger hemelen.
Ook vergelijkt de spreker de verscheidenheid aan geesten tot een veelkleurige harmonie van het hemelse lied dat hier wordt gezongen. Hier vermengen licht en geluid zich. Natuurlijk wel binnen alle schoonheid en harmonie die in de hemel heersen.
Dante mag het weten ook: hij bevindt zich in hogere sferen, boordevol zoete harmonie en stralende sterren.
Literatuur
dinsdag 29 november 2022
Mercurius: Paradijs: Canto 5
Maar als een pijl die in de roos reeds doel treftvoordat tot rust gekomen is de pees,zo snelden zij en ik op 't tweede rijk af.Mijn Vrouwe straalde hier zo'n blijdschap uittoen ze in het licht van deze hemel opgingdat meer nog op ging lichten de planeetEn als die ster verschoot, als díe al lachte,hoe ík dan, wie 't verschieten toch als mensvan onbestendige aard, is aangeboren..!Net zo als in een vijver, kalm en klaar,elk ding van buiten vissen toe doet schieten,wanneer zo'n vis maar denk dat 't voedsel is,zo zag ik hoe wel meer dan duizend lichtenop ons af schoten, en eenstemmig klonk:'Hij daar zal onze liefde nog vergroten!' (Brouwer, Canto 5, 91-105)
Veilige route
Kleurrijk Mercurius
Literatuur
dinsdag 22 november 2022
Tweestrijd: Paradijs: Canto 4
Bij twee gerechten, evenzeer verlokkend
en op één afstand, sterf men eer van honger
Dan dat de keus van 't eene een bete toelaat.Zóó staat een lam onthutste bij twee begeer'ge
En wilde wolven, vreezende voor beiden;
Zoo staat een jachthond bij een tweetal hinden.Vandaar dat ik, door onderscheiden twijfel
Gelijk geschokt, mij-zelven over 't zwijgen
Noch prijs noch laak, dewijl 't noodzaaklijk was.Ik zweeg dan; maar mijn wensch was me op 't gelaat
Geschilderd, en mijn vragen evenzeer
Veel warmer dan in woorden uitgedrukt. (Kok, Canto 4, vs 1 - 12)
Dante is in tweestrijd. De verteller vergelijkt het met het lam dat tussen 2 wolven ingeklemd staat. Of de hongerige die tussen 2 gerechten moet kiezen waarin hij allebei evenveel zin heeft. Hij zal net zo lang twijfelen tot hij van honger omkomt. Nog een extra vergelijking volgt, de jagende hond tussen 2 hindes.
De twijfel
Beatrice doorziet Dantes twijfel en haalt hem eruit. Ze wijst hem op het probleem. Hij heeft gesproken met Constantia en Piccarda. Zij zijn in een lager deel van de hemel omdat ze zijn tegengewerkt door mannen. Ze werden onder dwang uit het klooster gehaald. Hoe kun je dan nog goed doen? En de andere vraag is dat de zielen terugkeren tot de sterren volgens Plato.
Beatrice legt het hem haarfijn uit. Zielen kunnen niet liegen, maar er gelden hier wel 2 waarheden. Soms doet iemand ook iets onder dwang. Het geweld van de ene mengt zich met de wil van de ander. Soms doe je iets kwaads om goeds voort te brengen. Stervelingen als Dante snappen dat niet.
Onrustige ziel
De dankbaarheid van Dante is groot. Zijn onrustige ziel komt tot rust, zoals een opgejaagd dier weer tot rust komt in zijn veilige hol. Een vergelijking die net als de eerder Uit de waarheid groeit ook de twijfel en daarmee introduceert hij meteen zijn volgende vraag. Kun je gemaakte beloftes ook inwilligen met andere goede dingen die je doet.
Hierop kijkt Beatrice hem aan. Haar met goddelijke liefde vervulde blik, wordt Dante teveel. Hij valt bijna in zwijm bij het zien van die vonken goddelijke straling.
Literatuur
dinsdag 15 november 2022
Iedereen gelijk: Paradijs: Canto 3
"Broeder, onzen wil bevredigt
De kracht der liefde, die ons doet begeeren
Slechts wat wij hebben, en niet naar iets anders doet dorsten.Wanneer wij verlangden hooger te zijn,
Dan waren onze begeerten niet in harmonie
Met den wil van Hem, die ons hier heeft beschikt;Wat, naar gij zien zult, niet kan zijn in deze cirkels,
Als onvermijdelijk wij hier leven in liefde,
En gij den aard daarvan welbeschouwt.Neen, het is het wezen van dit zalige zijn,
Dat wij ons houden binnen den goddelijken wil,
Waardoor onze eigen willen geheel één worden.Zoodat, gelijk wij zijn van drempel tot drempel
In dit rijk, het aan 't heele rijk behaagt,
Gelijk aan den Koning die naar Zijn wil onzen wil richt;En Zijn wil is onze vrede:
Hij is die zee, waarnaar zich alles beweegt
Wat hij schept, en wat de natuur maakt." (Bremer, Canto III, vs 70 - 87)
Dante mag zich voorstellen aan de mensen die in deze kring zijn. Hij moet goed kijken, het lijkt of hij in een spiegel kijkt. Als hij zich omdraait ziet hij de mensen niet meer. Beatrice legt de dommerik uit dat de spiegelende wezens die hij ziet en die op parels lijken, de echte wezens zijn.
Verlangen
De schaduwen van de wezens die hij ziet, zijn de overledenen die hier leven. Meteen stelt Dante een domme vraag aan de eerste de beste die hij tegenkomt. Ben je wel tevreden hier of zijn er nog betere stukken van de hemel waarnaar je verlangt. Kortom: zit je wel genoeg in hogere sferen.
Het is Piccarda aan wie hij zijn vraag heeft gesteld. Ze straalt één en al blijheid uit en antwoordt hem vanuit dezelfde blijmoedigheid. Dommerik, wij zijn hier één en al hemelse liefde. Wij verlangen niet naar meer, maar zijn tevreden met wat we nu hebben.
Volmaakte harmonie
Hier in de hemel heerst de volmaakte harmonie. En dan mag het misschien wel lijken dat er wat hogerop meer sfeer te behalen is, voor Piccarda is het prima hier. Ze is niet bezig met meer. Ze is in het hier en nu en geniet van haar zaligheid.
Als Dante even later nog de non Constantia spreekt, vertelt ze iets over haar verleden. Hoe ze als non is weggehaald uit het klooster. Maar haar liefde voor God overwon. Ze is uitgepraat, draait zich om en verwijdert zich van Dante, al zingend het Ave Maria.
Literatuur
dinsdag 8 november 2022
Parel: Paradijs: Canto 2
Het scheen mij toe dat wij werden omgeven door een glanzende, dichte, vaste en heldere nevel, die gelijk was aan een door het zonlicht beschenen diamant. Die eeuwige parel nam ons in zich op, zoals water, zonder dat het zijn eenheid verliest, een zonnestraal in zich opneemt. Het feit dat ik een lichaam was (en hier op aarde kan niemand bevatten hoe de ene ruimtelijkheid in de andere kan opgaan, iets wat noodzakelijkerwijze gebeurt wanneer het ene lichaam doordringt in het andere), zou des te meer het verlangen in ons wakker moeten roepen om het Wezen te aanschouwen waarin de menselijke en goddelijke natuur, zoals men kan zien, één zijn geworden. (Van Dooren 1987, Canto 2, vs. 31 - 42)
De weg naar het paradijs leidt voor Dante op lichtstralen. Hij komt terecht in een schitterende nevel. Opgenomen in een parel, zoals het licht het water binnendringt. Een beeld dat pakt, maar dat ook verpakt is in de mystiek van het verhaal.
Dante drijft op een bootje dat Minerva vooruit blaast. Met de snelheid van het licht vliegt de dichter daar rond. In de tekst merk je dat Dante veel dingen probeert te verklaren, al beweert hij het tegendeel.
Vlekken op de maan
Je kunt niet verklaren wat hier allemaal gebeurt. De dingen die we op aarde geloven, zullen zich hier aan mij openbaren, weet hij. Toch vraagt hij meteen aan Beatrice wat de vlekken op de maan te betekenen hebben. Ze geeft hem het antwoord dat je vaak hoort: 'Wat denk je zelf?' Een irritant antwoord met de vraag die ze terugkaatst als dat de maan het zonlicht weerkaatst.
Op het antwoord geeft Beatrice meteen een nieuw raadselachtig antwoord. Iets als: 'Dat vertel ik zo.' Om dan eerst ergens anders over uit te wijden. Het lijkt wel op de lichtstralen die volgens Dante even sterk blijven als je hun richting verandert met een spiegel.
Krachten
Dantes verstand verlost zich uiteindelijk van zijn vroegere dwalingen. De krachten die spelen bij de vlekken op de maan, zijn de bewegingen van de engelen. Zij geven met hun twinkelingen van blijdschap de kenmerkende vlekken op de maan.
Literatuur
dinsdag 1 november 2022
Tegen de zon in kijken: Paradijs: Canto 1
Die monding had het ochtend dáár en avond
hier gemaakt. Geheel wit bijna was dat
ginds rond, zwart aan de andere kant,toen 'k Beatrice naar haar linker zij
gedraaid zag staan en in de zon zag kijken.
Nooit keek een adelaar daarin zó strak.Zoals een tweede lichtstraal uit de eerste
uit te treden en óp te springen pleegt,
gelijk een pelgrim die terug wil keren,zó paste aan haar houding, die mij door
mijn oog bewust werd, die van mij zich aan
en keek ik langer in de zon dan ooit. (Jansen 2021, Canto 1, vs 43 - 54)
Kijk nooit zonder bescherming in de zon, waarschuwen nieuwsberichten over het kijken naar de zon bij een eclips. Zoals bij de gedeeltelijke eclips gisteren. De enige 'echte' eclips uit mijn leven was in de zomer van 1999. Ik zat in Rome. Ik liep met mijn moeder in de tuin bij de Villa Borghese.
Natuurlijk hadden wij geen eclipsbril bij ons. Alsof het dan alleen de moeite waard is om in de zon te kijken. Gelukkig mochten we vaak een bril of een cd lenen van de mensen om ons heen die naar de zon keken.
Het laatste deel: het Paradijs
Dante begint nu aan het laatste deel van zijn reis. Dit deel voltooit hij 4 jaar voor zijn dood in 1321. Het betekent de voltooiing van een meesterwerk. Sinds het verschijnen houdt het miljoenen mensen eindeloos bezig.
Ik ben 1 van hen. Wat een boek is dit zeg. Ik ben er weer aan begonnen na een lange onderbreking. En eigenlijk durf ik het ook niet zo goed. De reis naar de hemel duidt wel een beetje op een einde.
Beatrice begeleidt Dante door de hemel. Zij vormt de volmaakte, hemelse liefde. Voor Dante is ze ook de schakel tussen het hier en het nu. Ze zegt het ook tegen hem. Hij moet hier alle referenties naar het aardse leven loslaten. Hij stijgt op. Het is hier even vanzelfsprekend als dat op aarde het water van een berg naar beneden stroomt.
Hemelse sferen
Een veelbelovend begin. Hij zal een reis maken door de hemelse sferen. Ook hier is het een zorgvuldig uitgedacht universum dat zich aan de lezer ontvouwt. En wat een taal weer. Zoals Beatrice aan hem verschijnt. Ze staat daar, half gedraaid naar de zon en kijkt naar het licht.
Het beeld van deze vrouw die zo naar de zon kijkt, grijpt mij beet. Ze heeft geen eclipsbril op, maar kijkt. Dante kijkt zo lang naar haar en de zon dat hij sterretjes ziet en de afdruk van Beatrice in de zon in zijn netvlies gebrand staat.
De verteller heeft het dan wel over adelaars, pelgrims en meerdere lichtstralen, maar ik denk dat het gewoon sterretjes zijn.
Literatuur
Terugblik: Paradijs: Canto 22
Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. En loof ik ...

-
Er zijn veel vertalingen verschenen van Dantes Divina Commedia . De goddelijke komedie is sinds de eerste vertaling in 1864 zeker 16 keer h...
-
In de vierde Canto is Dante door een diepe slaap bevangen en wordt wakker in de eerste kring van de hel. Hier verblijven de ongedoopten. Omd...
-
De eerste canto is de inleiding op het hele werk, de tweede is het begin van zijn tocht. Hier slaat de vertwijfeling toe. Een vertwijfeling...